| A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | l | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z |
ARGENTIJNSE GROENWANGPARKIET (Pyrrhura molinae australis) (Todd, 1915)
Bij de Groenwangparkiet worden zes ondersoorten onderscheiden:
Groenwangparkiet | - | (Pyrrhura molinae molinae) (Massena & Souance, 1854) |
Geelvleugel groenwangparkiet | - | (Pyrrhura molinae flavoptera) (Friggens & Fjeldsa, 1998) |
Argentijnse groenwangparkiet | - | (Pyrrhura molinae australis) (Todd, 1915) |
Geelborst groenwangparkiet | - | (Pyrrhura molinae hypoxantha) (Salvadori 1899) |
Palmarito groenwangparkiet | - | (Pyrrhura molinae restricta) (Todd, 1947) |
Schiegels groenwangparkiet | - | (Pyrrhura molinae phoenicura) (Schlegel, 1864) |
VERSPREIDING
Zuid Bolivia in de provincie Tarija en in de Argentijnse provincies Salta, Jujuy en Tucuman.
GROOTTE
Ongeveer 24-26 centimeter.
GEWICHT
60 - 90 gram
GESLACHTSONDERSCHEID
Wetenschappelijk seksen is vereist.
UITERLIJK
De Argentijnse groenwangparkieten hebben een groen bevederd lichaam, de staart is bordeaux rood en op de aanhechting bij het lijf zitten er blauwe veren naast. Hun kop en nek is bruin tot zwart en gaat over in een groene vlek op de wang. De snavel is zwart met een bruine/grijze dop. Onder de snavel begint vrij snel hun gezoomde borsttekening die zwart met zilveren druppels getekend is. Hun vleugels zijn van buiten groen, gelijk aan het lichaam, de pennen zijn helder blauw. Hun buikkleur vanaf de kraag is groen, overgaand naar rood. Ogen, wat opvalt is hun duidelijke oogring, die is blank van kleur en geeft ze een beetje een papegaai idee, wat ze niet zijn. De poten zijn zwart/grijs van kleur.
SOCIALE EIGENSCHAPPEN
Argentijnse groenwangparkieten zijn leuke, actieve en zeer nieuwsgierige vogels. Deze vogels vallen onder de grote parkieten en wennen aan de verzorger en kunnen de verzorger ook herkennen. Dit kost soms enkele weken, maar dan pakken ze ook voedsel aan uit de hand en in het hok komen ze op de schouder zitten. Het zijn zeer speelse vogels, alles is leuk en nieuwe dingen worden al snel op de proef gesteld qua sloopbaarheid. Ook vinden ze een groot blok erg leuk, wordt dankbaar gebruik van gemaakt, ze slapen er vrijwel altijd in.
GESCHIKTE BEHUIZING
Deze vogels kunnen zowel in een buitenvolière als in een kamervolière gehouden worden. Het is wel aan te raden de vogels ruim te huisvesten. Men moet minimaal denken aan een buitenvolière van 3x1 en 2 meter hoog. Daar naast moet er ook nog een nachtverblijf aanwezig zijn die ongeveer 1x1x1.80 is. Ook is het mogelijk om ze in broedkooien te houden deze moeten minimaal 50x50x1.20 meter zijn. Als de vogels niet de ruimte hebben zal je zien dat ze snel zullen gaan vervetten. Een broedblok/nestkast is ook noodzakelijk de vogels gaan daar graag in en gaan daar ook vaak in slapen. Ook in de winter is het aan te raden om daar een goede hand houtkrullen in te doen zo kunnen de vogels zonder problemen de winter door komen. De dikke laag houtkrullen bied een goede bescherming tegen de kou.
OMGEVINGSTEMPERATUUR
De Argentijnse groenwangparkiet is een vogel die van warmte houd. Het is daarom belangrijk dat de vogels zich in de wintermaanden terug kunnen trekken in een wind en tochtvrij binnenverblijf. Ook net voor en na de winter moet men opletten, overdag voelt het allemaal lekker aan maar snachts kan het soms verraderlijk afkoelen. Wanneer de vogels de beschikking hebben over een geïsoleerd nachthok en een buitenvlucht op een beschutte plek, hoeven er geen extra maatregelen genomen te worden tijdens de wintermaanden.
VOEDSEL
Geef deze vogels een goed zaadmengsel voor grote parkieten, dat u eventueel aanvult met wat kleine beetjes groenvoer en trosgierst. Tijdens de broedperiode lusten de dieren graag wat eivoer. Scherpe maagkiezel en grit horen altijd in voldoende mate aanwezig te zijn, zodat de vogels er naar behoefte van kunnen opnemen. Daarnaast is het noodzakelijk dat de vogels elke dag schoon/fris en vers drink en badwater tot hun beschikking hebben.
KWEEK
Voor het kweken met Argentijnse groenwangparkieten moeten deze vogels beschikken over een broedblok. Deze broedblok moet een afmeting hebben van ongeveer 20x20x50cm. De diameter van het vlieggat moet zo’n 6 cm zijn. Het is aan te raden om de broedblok op de donkerste plaats in de volière te hangen met het vlieggat van het licht af, zodat er geen licht in de blok kan schijnen. Om het de vogels wat makkelijker te maken met het in en uit komen van de blok, kan men de binnenkant van de blok onder het vlieggat voorzien van een reepje gaas of wat grotere krammen. Hier door kunnen ze zo langs omhoog klauteren. Voor nestmateriaal kan men gebruik maken van een mengsel van (vochtig) onbemeste potgrond en houtkrullen. Ook worden er vaak in de hoeken van de broedblok dikke wilgentakken bevestigd. De vogels schrapen deze af en leggen hun eieren in het schraapsel. Sommige Groenwangparkieten leggen grote legsels, men moet denken aan 6 tot 10 eitjes. De broedsduur zal zo’n 21 dagen zijn tot de jonge worden geboren. Het juist tijdstip voor het uitkomen van de eieren is moeilijk te zeggen want het blijft de vraag zeker bij grotere legsels bij welk eitje de pop vast is gaan zitten broeden. Ook het ringen bij grote legsels zal langer, men moet denken aan de 12de dag, bij kleinere legsel zal het rond de 8 dagen zijn. Als de jonge zo’n 7 á 8 weken zijn beginnen ze uit te vliegen en worden dan nog een 2 aan 3 weken (bij)gevoerd. Tijdens het groot brengen gebeurd het regelmatig dat de ouders weer over gaan naar een 2de legsel. Het is af te raden om meer als 2 legsels per seizoen te doen.
MUTATIES
Bij de P.m. molinea zijn diverse mutaties ontstaan, zoals o.a. de donkerfactor, zeegroen en cinnamon.
BIJZONDERHEDEN
De Argentijnse groenwangparkiet moet geringd worden met ringmaat: 6.0mm.