| A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | l | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z |
AUSTRALISCHE EDELPAPEGAAI (Eclectus roratus macgillivrayi) (Mathews, 1913)
De Edelpapegaai kent enkele ondersoorten:
Ceram edelpapegaai | - | (Eclectus roratus roratus) (P.L.S. Müller, 1776) |
Halmahera edelpapegaai | - | (Eclectus roratus vosmaeri) (Rothschild, 1922) |
Westerman edelpapegaai | - | (Eclectus roratus westermani) (Bonaparte, 1850) |
Cornelia edelpapegaai | - | (Eclectus roratus cornelia) (Bonaparte, 1850) |
Tenimber edelpapegaai | - | (Eclectus roratus riedeli) (Meyer, AB, 1882) |
Nieuw Guinea edelpapegaai | - | (Eclectus roratus polychloros) (Scopoli, 1786) |
Biak edelpapegaai | - | (Eclectus roratus biaki) (Hartert, 1932) |
Aru edelpapegaai | - | (Eclectus roratus aruensis) (Gray, 1858) |
Australische edelpapegaai | - | (Eclectus roratus macgillivrayi) (Mathews, 1913) |
Solomon edelpapegaai | - | (Eclectus roratus solomonensis) (Rothschild & Hartert, 1901) |
VERSPREIDING
Cape York in NO-Australië.
GROOTTE
Ongeveer 40 centimeter.
UITERLIJK
Nominaatvorm:
Man: de hoofdkleur is (in verhouding donker) groen. De vleugelbocht is blauw. De zijkanten van het lichaam en de ondervleugeldekveren zijn rood. De buitenste vleugelpennen zijn donkerblauw met een smalle groene zoom. De middelste staartveren zijn groen met een olijfgele punt. De buitenste staartveren zijn zwartgroen, naar het eind toe blauwzwart tot donkerblauw met een geelwitte rand. De veren aan de onderzijde van de staart zijn zwartachtig met aan het uiteinde een smalle geelwitte rand. De bovensnavel is rood met een gele punt en de ondersnavel zwartachtig. De iris is oranjegeel en de poten zijn donkergrijs.
Pop: de hoofdkleur van de bevedering is rood. De rug en de vleugels zijn bruinrood. De bevedering van de buik, de flanken, de onderzijde van de borst, de brede band in de nek en een deel van de hals is violetblauw. De violetkleurige bovenzijde van de borst is met rood doorlopen. De vleugelbocht is violetblauw en de buitenste vleugelpennen zijn donkerblauw. De onderstaartdekveren zijn rood (de vogels uit Ceram hebben een gele waas op de randen van de rode onderstaartdekveren). De bovenzijde van de staart is rood met een niet duidelijk afgebakende oranjegele rand. De onderzijde van de staart is oranjerood met een donkere basis en aan het uiteinde een gele rand. De snavel is zwart. De iris is geelachtig en de poten zijn donkergrijs.
UITERLIJK
Eclectus roratus macgillivrayi - Australische edelpapegaai.
Man: als polychloros, maar duidelijk groter en met een langere staart. De gele rand aan het uiteinde van de staart is aan de onderzijde ca.10 mm breed.
Pop: als polychloros, maar duidelijk groter en met een langere staart.
GESLACHTSONDERSCHEID
Er zijn weinig vogels waarbij het verschil tussen beide geslachten zo eenvoudig te zien is: de overwegend groene man en roodpaarse vrouwlijken wel van twee verschillende soorten te zijn.
SOCIALE EIGENSCHAPPEN
U houdt deze soort bij voorkeur als paartje, zonder andere vogels.
GESCHIKTE BEHUIZING
Deze prachtige dieren nemen graag beweging en moeten hiertoe in de gelegenheid worden gesteld. In een te kleine vlucht of in een kooi vervetten ze snel. Ideaal zou een buitenvoliere zijn met een lengte van ongeveer 5 meter en een breedte van minimaal 1 meter. Het spreekt voor zich dat het gebruikte materiaal bestand moet zijn tegen hun sterke snavels.
OMGEVINGSTEMPERATUUR
Nakweekvogels zijn redelijk gehard en bestand tegen kou. Een vorstvrij en goed geisoleerd nachthok is echter wel een vereiste tijdens de koude dagen.
VOEDSEL
U geeft deze vogels een zaadmengsel voor grote parkieten, met daarnaast groenvoer, fruit, bessen, gekookte maiskolven (dierenspeciaalzaak) en rozenbottels.
ACTIVITEITEN
Edelpapegaaien zijn vrij rustige vogels die graag vliegen. Hun stem is luid en doordringend, maar het zijn geen notoire krijsers. Dit hangt ook af van de omgeving waarin ze gehouden worden. Ze laten zich bij gelegenheid graag natregenen of natsproeien met een plantenspuit. Edelpapegaaien zijn doorgaans geen echte slopers, al blijven planten in de voliere niet lang hun oorspronkelijke vorm houden. Ze zijn zeer intelligent en kunnen bij rustige benadering erg tam worden. Ook het imiteren van de menselijke stem is mogelijk, maar hiervoor is meer tijd en inzet nodig dan bij bijvoorbeeld grijze roodstaartpapegaaien.
KWEEK
Edelpapegaaienpaartjes blijven elkaar een levenlang trouw. Het is daarom aan te bevelen een paartje niet uit elkaar te halen. Bij het samenstellen van een paar plaatst u bij voorkeur het vrouwtje bij het mannetje in de voliere andersom kan wel eens strubbelingen geven, Op een leeftijd van drie tot vier jaar zijn de vogels volwassen genoeg om voor de kweek ingezet te worden. Geef ze een flinke nestkast van hardhout of een natuurstam met een bodemoppervlak van ongeveer 30 centimeter en een hoogte van ongeveer 60 centimeter. Er worden 1 tot 3 eitjes gelegd; tussen de verschillende eieren kunnen maximaal 6 dagen zitten. Het vrouwtje broedt gemiddeld 26 tot 29 dagen. De jongen worden in het nest voornamelijk door het vrouwtje gevoerd. Pas als ze het nest hebben verlaten zo rond een leeftijd van elf tot twaalf weken neemt normaliter het mannetje deze taak grotendeels op zich. De jongen blijven na het uitvliegen nog enige tijd afhankelijk van de ouders. Deze vogels zijn vrij storingsgevoelig tijdens de kweektijd. Rust en regelmaat zijn erg belangrijk voor een succesvolle kweek.
BIJZONDERHEDEN
De Australische edelpapegaai moet geringd worden met ringmaat 11 mm