| A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | l | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z |
BARRABANDPARKIET (Polytelis swainsonii) (Desmarest, 1826)
VERSPREIDING
(Zuid)oosten van Australië.
GROOTTE
Ongeveer 40 tot 41 centimeter.
GESLACHTSONDERSCHEID
Het gele masker en de rode band in de keel- streek zijn bij vrouwelijke dieren afwezig. Bovendien zijn de vrouwtjes over het algemeen wat matter van kleur dan de mannetjes.
SOCIALE EIGENSCHAPPEN
Barrabandparkieten zijn verdraagzame vogels die het doorgaans redelijk goed met andere, weerbare parkietensoorten kunnen vinden. Ook de omgang met soortgenoten hoeft niet op problemen te stuiten, zolang er maar voldoende ruimte is.
GESCHIKTE BEHUIZING
Omdat deze vogels erg graag vliegen, hoort de vlucht zo ruim mogelijk te zijn. Als kooivogel zijn deze kleurrijke parkieten dan ook niet geschikt. Een vlucht heeft een lengte van minimaal 4 meter en is gebouwd van solide materiaal. Voor meerdere paartjes hebt u een veel grotere voliëre nodig. Beplanting versnipperen ze in korte tijd.
OMGEVINGSTEMPERATUUR
Barrabandparkieten zijn redelijk gehard. Als ze zich in een beschut nachthok kunnen terugtrekken, is bijverwarming in de winter niet nodig.
VOEDSEL
Geef deze vogels een zaadmengsel voor grote parkieten als basisvoer. U kunt dit aanvullen door ze regelmatig wat kleine stukjes fruit, groente en groenvoer te geven. In de broedperiode is er een verhoogde behoefte aan eivoer. Om aan hun knaagbehoefte tegemoet te komen kunt u de dieren geregeld verse wilgentakjes geven en takjes van onbespoten fruitbomen. Een gritmengsel hoort altijd aanwezig te zijn, zodat de vogels er naar behoefte van kunnen opnemen.
ACTIVITEITEN
Barrabandparkieten laten goed en luid van zich horen, maar hun roep is doorgaans wel melodieus. Sommige exemplaren knagen graag, terwijl andere dit zelden doen. Ook nemen ze graag een (water)bad, wat noodzakelijk is om hun verenkleed in conditie te houden. Ze houden zich in alle lagen van de volièr op, inclusief de bodem, waar ze een deel van hun voedsel bij elkaar scharrelen. Het zijn nieuwsgierige en toeschietelijke vogels die behoorlijk tam kunnen worden, ook als ze in een volière worden gehouden.
KWEEK
Barabandparkieten hebben een voorkeur voor een natuurlijk broedblok, bijvoorbeeld een uitgeholde boomstam. De binnenmaat hiervan is ongeveer 30 centimeter bij een hoogte van 60 centimeter en een invlieggat met een diameter van 9 tot 10 centimeter. Op de bodem van het blok strooit u wat vochtige turfmolm of vermolmd hout. Er worden 3 tot 5 witte eitjes gelegd die door het vrouwtje in ongeveer 21 dagen uitgebroed worden. Het nest wordt fel verdedigd, vaak ook tegen de verzorger. Ruim vier tot vijf weken na het uitkomen vliegen de jongen uit. Ze worden dan nog een poosje door de ouders begeleid en gevoerd. Het kan een jaar of zelfs nog wat langer duren voordat de typerende kleuren bij de mannetjes zich gaan aftekenen. Voor die tijd lijken alle jonge vogels op vrouwtjes. Barrabandparkieten zijn tijdens de kweek zeer gevoelig voor storingen; absolute rust en regelmaat zijn tijdens deze cruciale periode erg belangrijk.