| A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | l | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z |
BRUINE DRUPPELASTRILDE (Clytospiza monteiri) (Shelley, 1896)
VERSPREIDING
Afrika (Noordoost Zaïre, West Oeganda en de Centraal Afrikaanse Republiek).
GROOTTE
Ongeveer 12 tot 13 centimeter.
GESLACHTSONDERSCHEID
Het uiterlijk verschil tussen beide geslachten is zowat gelijk. Het enige verschil is dat het mannetje een rode vlek onder zijn snavel heeft die bij het vrouwtje wit/lichtgrijs van kleur is. Ook laat het mannetje wel eens wat zang horen wat niet onaardig klinkt.
SOCIALE EIGENSCHAPPEN
Deze vogels zijn sociaal in hun gedrag, zowel ten opzichte van soortgenoten als andere vogels in de volière. Ze zijn dan ook geschikte bewoners voor in de gezelschapsvolière. U kunt zowel een paartje als een klein groepje bij elkaar houden. Over het algemeen zijn deze vogels wel wat schuw aangelegd. Deze vogels zullen zich daarom het liefst in een dicht begroeide volière thuis voelen.
GESCHIKTE BEHUIZING
Bruine druppelastrildes kunnen zowel in een gemengde buitenvolière als in een kamervolière en (kweek)kooi gehouden worden. Beplanting in de vorm van dichte struiken wordt erg op prijs gesteld.
OMGEVINGSTEMPERATUUR
Deze vogels die kan men zowel binnen als buiten houden, Maar mocht men ze buiten houden dan moeten ze wel een droog tocht en vorstvrij nachthok hebben. Zeker in de wintermaanden raad ik het aan om de vogels binnen te laten verblijven bij zo'n 10 tot 15 graden. Bruine druppelastrildes zijn vogels die het liever met de warmte te doen hebben als met kou. Neem dus geen risico om ze buiten te laten overwinteren.
VOEDSEL
U geeft deze vogels een zaadmengsel voor tropische vogels als basisvoer en vult dit aan met wat groenvoer (onkruid), kleine beetjes eivoer en kleine beetjes levend voer. Ook trosgierst, universeelvoer en eivoer met daardoorheen wat miereneitjes en meelwormen alsmede gekiemde zaden en allerlei vruchten is een prima voeding voor de Bruine druppelastrilde. Maagkiezel en grit horen altijd aanwezig te zijn, zodat de vogels er naar behoefte van kunnen opnemen. Ook dienen ze net als alle andere vogels elke dag schoon en vers drinkwater tot hun beschikking te hebben.
ACTIVITEITEN
De Bruine druppelastrilde is een redelijk bezige en levendige vogel die zich in alle lagen van de volière ophoud, maar bij voorkeur vertoeven ze in de buurt van struiken en op de bodem. Ze badderen graag. U kunt hiervoor een geglazuurde aardewerken schaal op de bodem van de volière zetten. Haal de schaal wel na een paar uur weg, zodat de vogels het inmiddels vervuilde water niet drinken. Bij goede verzorging en voldoende beschutting en ruimte kunnen deze vogeltjes nog wel wat vertrouwelijker worden met hun verzorger. In andere gevallen zijn ze eerder schrikachtig. De mannetjes zingen, maar hun zang is vrij eentonig. Ze behoren tot de zogenaamde ‘nestslapers’, wat inhoudt dat deze vogels niet op een stok of tak de nacht doorbrengen, maar in een nestje. Wanneer u op verschillende plaatsen in de volière nestkastjes ophangt, kunnen de vogels zelf hun keuze bepalen.
KWEEK
Bruine druppelastrildes zijn niet de eenvoudigste vogels om mee te kweken, aangezien de ouders hun legsel of jongen soms in de steek laten. Dit komt doordat de vogels vaak te jong voor de kweek worden ingezet. Ze leggen dan wel eieren, maar laten het daarbij. Op een leeftijd van minimaal een jaar, maar liever nog wat ouder, is een Bruine druppelastrilde geestelijk ver genoeg ontwikkeld om de zorg voor een nest en jongen aan te kunnen. Een halfopen of gesloten nestkastje van klein formaat is ideaal voor deze vogels, maar bij voldoende beschutting maken ze zelf een vrijstaand nest in het groen. Ook maken ze graag gebruik van een uitgeholde kokosnoot. Beide ouders bouwen aan het nest, dat onder meer bestaat uit hooi, grashalmen en sisaltouw. Gemiddeld kunt u 4 tot 5 eitjes verwachten, die wit van kleur zijn. Zowel het vrouwtje als het mannetje broedt de eitjes afwisselend uit. Het duurt ongeveer 12 tot 13 dagen totdat de eitjes uitkomen. De jongen worden door beide ouders gevoerd, Op een leeftijd van drie weken vliegen de dieren uit, maar ze worden dan ongeveer twee tot drie weken door beide ouderdieren gevoerd. Op een leeftijd van een half jaar zijn de jongen al redelijk op kleur en kunnen de geslachten van elkaar onderscheiden worden. Tijdens de hele kweekperiode zult u de vogels dagelijks een kleine hoeveelheid eivoer en kleine insecten (fruitvliegjes, bladluis) moeten voorzetten. Een gevarieerd menu dat voor een deel bestaat uit dierlijke eiwitten is vooral voor het voorspoedig opgroeien van de jongen van belang. Bij een goed passend paar in goede conditie en een goede leefomgeving is het goed mogelijk dat ze een tweede nestje groot brengen.
BIJZONDERHEDEN
Bruine druppelastrildes moeten geringd worden met ringmaat 2,5 mm
Laatste update: Ma 01-04-2024. 17.45uur