| A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | l | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z |
BRUINRUGEKSTERTJE (Spermestes bicolor nigirceps) (Cassin, 1852)
VERSPREIDING
Afrika.
GROOTTE
Ongeveer 9 tot 10 centimeter.
GESLACHTSONDERSCHEID
Er zijn vrijwel geen uiterlijke verschillen tussen beide geslachten waarneembaar. Alleen de mannetjes zingen, de vrouwtjes niet. Dit doen ze heel zachtjes, maar ze veraden zich door de trillingen van de keelveertjes.
SOCIALE EIGENSCHAPPEN
Bruinrugekstertjes zijn niet agressief, maar nemen een groot territorium in beslag dat ze liever niet delen met anderen. Met name tijdens de kweek kunnen ze wat onverdraagzaam zijn. Is de volière groot genoeg en is er ruimte voor iedereen, dan geeft de omgang met zowel soortgenoten als andere vogels zelden problemen.
GESCHIKTE BEHUIZING
Wilt u een groepje van deze vogeltjes houden, dan huisvest u ze bij voorkeur in een ruime buitenvolière met voldoende beplanting. U kunt een kweekkoppel ook tijdelijk in een broedkooi huisvesten.
OMGEVINGSTEMPERATUUR
Zoals vrijwel alle ekstertjes zijn ook Bruinrugekstertjes geen tere vogeltjes. Wel is het noodzakelijk dat een volière waarin deze vogels worden gehouden een goed afgesloten en droog nachtverblijf bezit. Tijdens de koude wintermaanden strekt het echter wel tot aanbeveling om het nachthok enigszins te verwarmen tot een 5 graden.
VOEDSEL
U geeft deze vogels een zaadmengsel voor kleine tropische vogels, aangevuld met wat trosgierst en onkruidzaden. Vooral in de periode dat de vogels jongen hebben is het belangrijk dat ze de beschikking hebben over een goed samengesteld eivoer/universeelvoer daarnaast moet men ook dierlijke eiwitten aanbieden. Zoals (geknipte) meelwormen, miereneieren, bladluis, fruitvliegjes enof buffalowormpjes. Grit en maagkiezel horen altijd aanwezig te zijn, zodat de vogels ervan kunnen opnemen als ze daar behoefte aan hebben. Net als bij alle andere vogels hoort er elke dag schoon en vers drinkwater aanwezig te zijn.
ACTIVITEITEN
Bruinrugekstertjes zijn levendige vogeltjes die zich in alle lagen van de volière ophouden. In een (krappe) kooi, en zeker als het verblijf langer dan een aantal maanden duurt, kunnen ze apathisch worden en vervetten. Ze nemen graag een bad. U kunt hiervoor een aardewerken schaal met water op de bodem van de volière zetten. Haal de schaal bijtijds weg, zodat de vogels niet drinken van het inmiddels vervuilde water.
KWEEK
Als er voldoende ruimte is voor alle vogels, behoort het kweken in een buitenvolière tot de mogelijkheden. In andere gevallen kunt u een kweekkoppel het beste tijdens het broedseizoen in een kweekkooi houden. Bruinrugekstertjes nemen soms een bestaand (halfopen) nestkastje in gebruik, maar wanneer er struiken in de volière staan, bouwen ze vaak een vrijstaand nest. Als geschikt nestmateriaal komen onder meer kokosvezel, sisaltouw, grasstengels, gras, grashalmen, mos, veertjes en dierenhaar in aanmerking. U kunt gemiddeld 4 tot 6 eitjes verwachten, die het meest door de pop worden bebroed. Na ongeveer 11 tot 12 dagen broeden komen de jongen uit het ei. Ze hebben dan veel behoefte aan allerhande klein levend voer, maar ook gekiemde zaden worden goed opgenomen. Op een leeftijd van 14 tot 16 dagen vliegen de jongen uit. Ze kunnen dan nog niet voor zichzelf zorgen, maar worden nog een poosje door beide ouders gevoerd en begeleid. Een kweekkoppel dat in een goede conditie is, kan meerdere legsels per jaar grootbrengen. De jongen hoeft u meestal niet uit te vangen, behalve wanneer de ruimte niet toereikend is. Op een leeftijd van 5 - 6 weken zijn ze volledig zelfstandig.
BIJZONDERHEDEN
De Bruinrugekstertjes moeten geringd worden met ringmaat 2,0 mm
Laatste update: Ma 01-04-2024. 17.45uur