| A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | l | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z |
GEELBUIKASTRILDE (Estrilda melanotis kilimensis) (Jencks, 1890)
VERSPREIDING
Ethiopië, Zuid-Kenia, Tanzania tot Oost-Mozambique.
GROOTTE
Ongeveer 8-9 centimeter.
GESLACHTSONDERSCHEID
Er zijn geen grote verschillen tussen beide geslachten, het popje is minder intensief van kleur dan het mannetje.
SOCIALE EIGENSCHAPPEN
Geelbuikastrilde zijn heel sociale en vreedzame vogeltjes die het prima doen in een gemengde volière, bij voorkeur met andere kleine tropische vogeltjes. Alleen tijdens het broedseizoen zullen deze vogeltjes hun territorium zwaar verdedigen tegen soortgenoten. U houdt ze bij voorkeur als paartje of zet de koppels tijdens de kweekperiode apart.
GESCHIKTE BEHUIZING
Deze vogels kunnen zowel in een buitenvolière als in een kamervolière gehouden worden. Beplanting wordt door de dieren erg op prijs gesteld. Daarnaast doet een koppeltje het ook goed in een ruime (broed)kooi binnenshuis.
OMGEVINGSTEMPERATUUR
De Geelbuikastrilde is een vogel die van warmte houd. Het is daarom heel belangrijk dat de vogels zich in de wintermaanden terug kunnen trekken in een wind en tochtvrij binnenverblijf. Ook net voor en na de winter moet men opletten, overdag voelt het allemaal lekker aan maar snachts kan het soms verradelijk afkoelen. Geelbuikastrildes voelen zich het best tussen de 19 tot 24°C Het is aan te raden als het in het binnenhok minder dan 15°C is de vogel gewoon binnen te halen en te huisvesten in een verwarmd verblijf.
VOEDSEL
Als basisvoer heeft de Geelbuikastrilde een goed zaadmengsel nodig voor tropische vogels, daarnaast kan men ze ook kiemzaad en eivoer(krachtvoer) toe dienen. Om er voor te zorgen dat deze vogeltje genoeg dierlijke eiwitten binnen krijgen kun je ze insecten (universeelvoer) geven. Je kunt kun ook een mengeling maken van eivoer en universeelvoer, doet dit dan half om half (50% eivoer en 50% universeelvoer). Voor een andere vorm van dierlijke eiwitten moet men denken aan geknipte meelwormen, buffalowormpje, miereneitjes of pinkies. Daarnaast lusten ze graag wat trosgierst, en/of groenvoer. De insecten worden graag gegeten, vooral als er jongen zijn. Scherpe maagkiezel en grit horen altijd in voldoende mate aanwezig te zijn, zodat de vogels er naar behoefte van kunnen opnemen. Daarnaast is het noodzakelijk dat de vogels elke dag schoon/fris en vers drink en badwater tot hun beschikking hebben.
ACTIVITEITEN
Deze kleine, kleurrijke en populaire vogeltjes zijn levendig en beweeglijk. Het opvallende bij deze vogeltjes is dat hun snaval uit twee kleuren bestaad, het bovenste deel is zwart en het onderste deel is rood. Bij een rustige benadering worden ze snel vertrouwelijk met hun verzorger. Ze zijn in alle lage van de volière te vinden.
KWEEK
Zoals vele kenners onder ons al weten is de Geelbuikastrilde een vrij makkelijke broedvogel. In bijvoorbeeld een gezelschapvolière zullen ze best overgaan tot broeden maar deze vogeltjes laten zich snel verjagen waardoor het broeden niets of weinig uithaalt. Met deze vogeltjes apart broeden in een vluchtje of broedkooi levert meestal betere resultaten op. Voor de vogels gaan broeden, maken ze eerst een nest dit is een bolvormig nest waarvan de ingang vaak begint met een klein gangetje. Als nest materiaal kan men ze kokosvezel, sharpie, mos, hooi, lang gedroogd helmgras, geknipt sisaltouw of veertjes of dierenhaar geven. Als het nest eenmaal klaar is zal de pop 4 tot 6 eitjes in het nest leggen. Deze eitjes worden door beide ouders bebroed. Na zo'n 12 tot 14 dagen gebroed te hebben beginnen de eitjes uit te komen. Als men de jonge wil ringen kan dat als ze 5 tot 7 dagen oud zijn. Kijk voor het ringen liever een dag te vroeg dan een dag te laat. Soms kan een dag te lang gewacht te hebben al te laat zijn en kan men het jonge niet meer ringen. Redelijk wat soorten vogels moeten voorzien zijn van een vaste voetring, in dit geval heb je dan wel een probleem als je een dag te laat bent. Als de jongen zo'n 17 tot 20 dagen oud zijn beginnen ze uit te vliegen en worden dan nog twee weken buiten het nest door beide ouders (bij)gevoerd. Na deze twee weken zijn de jonge zelfstandig. Als de eitjes uit zijn gekomen is het raadzaam om de vogels naast eivoer en zaad levend voer te geven. Met kan dan denken aan fruitvliegjes, spinnetjes, bladluis, miereneieren, buffalowormpjes, geknipte meelwormen of pinkies.
BIJZONDERHEDEN
De Geelbuikastrilde moet geringd worden met ringmaat 2.0mm.
Laatste update: Ma 01-04-2024. 17.45uur