| A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | l | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z |
GEELMASKER DWERGPAPEGAAI (Forpus xanthops) (Salvin, 1895)
VERSPREIDING
De verspreiding is beperkt tot een klein gebied in noordwest Peru, in het hoger gelegen Marañondal, in de Andes. De Marañon is een bronrivier van de Amazone.
GROOTTE
Ongeveer 14,5 tot 15 centimeter.
GESLACHTSONDERSCHEID
Het uiterlijk van beide geslachten verschillen zeker van elkaar.
Zo is bij de man de kop en het masker overwegend geel. Vanaf het oog om het masker grijsblauw, uitvloeiend over de achterschedel. De achterschedel en nek zijn bij de man donkergroen met een grijsblauwe waas. De mantel en de bovenzijde van het lichaam zijn donkergroen met een grijze waas. De buitenste grote slagpennen zijn grijs met een violette buitenvlag. De binnenste grote slagpennen en de kleine slagpennen grijs met een violette buitenvlag. De ondervleugel dekveren zijn violet en bezitten een zwarte omzoming. De duimveertjes zijn lichtgeel van kleur. De bovenstaartdekveren zijn violet en de onderstaartdekveren geel met een groene waas. De staartpennen zijn groen. De snavel is licht hoornkleurig. Vanaf de snavelinplant tot aan de snavelpunt bevindt zich een donker hoorngedeelte dat kan varieëren van bruin tot zwart. De poten zijn vleeskleurig.
Nagels hoornkleurig naar donker uitlopend. Ogen, Zwarte iris met een donkergrijze oogring en een zwarte pupil. De pop lijkt op de man maar bij haar zijn de blauwe veerpartijen als bij de man overwegend groen met een blauwgrijze waas. Verder is de stuit en onderrug bij de pop bleek blauw van kleur. De vleugels zijn bij haar blauw bewaasd.
SOCIALE EIGENSCHAPPEN
Ook hier praten we over prettige en tamme vogels waar je, op een enkele uitzondering nagelaten, veel plezier aan beleeft. De ervaring is dat bij verplaatsing gauw darmstoornissen optreden die vaak fataal kunnen zijn.
Het broeden is zeer wisselvallig, er wordt redelijk mee gekweekt maar de vraag overtreft nog vele malen het aanbod. Ook deze vogels zijn goede ouders) waarbij zelden iets fout gaat.
GESCHIKTE BEHUIZING
Geelmaskerdwergpapegaaien zijn vogels die graag warmte hebben, daar moeten we dus rekening met huiden voor de huisvesting. Ze kunnen worden gehuisvest in kleine volières van bijvoorbeeld 2 meter lang, 1 meter breed en 2 meter hoog maar ook paarsgewijs in broedkooien van minimaal 60x40x40 cm.
OMGEVINGSTEMPERATUUR
Mocht men deze vogels in een buitenvolière gaan huisvesten dan dient men wel in de wintermaanden rekening te houden dat de temperatuur niet verder zakt als 10 °C is dit wel het geval dan zal men de vogels moeten verplaatsen naar een warmer verblijf. Dit geld het zelfde als men ze in broedkooien gaat houden ook daar mag die ruimte niet kouder als 10 °C zijn.
VOEDSEL
Over de voeding in de natuur zijn geen betrouwbare gegevens te vinden. De Geelmasker dwergpapegaai heeft in een te kleine behuizing snel de neiging om vet te worden. Het beste is om ze daarom een goed zaadmengsel voor te zetten, een mengsel voor Neophema’s is heel geschikt omdat het niet te vet is. Ze eten graag verschillende soorten fruit (appel, peer, enz. .) allerlei groenten, wortelen, onkruidzaden, jonge maïskolven. Eivoer en kiemzaad mogen niet ontbreken. Ook nemen ze graag rozenbottels, lijsterbes, wilde paardenbloem, insecten en insectenvoer.
ACTIVITEITEN
De Geelmaskerdwerg papegaai is een redelijk levendige vogel die zich in alle lagen van de volière begeefd. Ze vliegen graag, maar klimmen en klauteren met zeker evenveel plezier. Zeker tijdens de zomermaanden is een dagelijks waterbad een vereiste. Binnenshuis gehouden vogels moeten regelmatig ook in de winter de kans krijgen om een bad te nemen. Om aan hun knaagbehoefte tegemoet te komen, kunt u wat wilgentwijgjes of henneptouw (dierenspeciaalzaak) in de kooi of volière ophangen.
KWEEK
Geelmasker dwergpapegaaien zijn te kweken in ruime volières koppels gewijs maar ook in ruime broedkooien is het mogelijk. De afmetingen van de broedkooien moeten minimaal 60x40x40 cm zijn. Het verblijf moet wel voorzien zijn van een horizontale broedblok die ongeveer 20x14x14 cm. (lxbxh) is. Als nest materiaal kun je ze stukjes boomschors, vermolmd hout, of wat beuken snippers geven. Deze zullen ze zelf fijn knagen om de bodem te bedekken waar de pop later haar eitjes op/in zal leggen. De pop legt ongeveer 3 tot 5 eitjes die alleen door haar uitgebroed worden. De pop begint vast te zitten als het tweede of derde eitje gelegd is. Na zo’n 16 tot 18 dagen de eitjes bebroed te hebben beginnen ze uit te komen. De jonge worden naakt geboren en na zo’n tien dagen zijn de eerste slagpennetjes te zien. Tien dagen verder beginnen de groene veertjes te komen, krijgen dan al hun kleurtjes. Na zo’n dertig dagen in het nest gezeten te hebben beginnen de jonge uit te vliegen, deze zijn dan nog niet zelfstandig en worden nog zo’n twee weken gevoerd/bijgevoerd door de ouders.
BIJZONDERHEDEN
De Geelmasker dwergpapegaai moet geringd worden met ringmaat 4.2mm.
Laatste update: Ma 01-04-2024. 17.45uur