| A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | l | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z |
(BRUINRUG)GOUDMUS (Passer luteus) (Lichtenstein, 1823)
VERSPREIDING
Afrika, van Ethiopië tot Nigeria.
GROOTEE
Ongeveer 13 tot 14 centimeter.
GESLACHTSONDERSCHEID De mannetjes zijn geel van kleur met grijs- bruine vleugels, rug en staart. Bij de vrouwtjes mist het geel en hun kleur is een tint lichter dan die op de rug, vleugels en staart van het mannetje.
SOCIALE EIGENSCHAPPEN
Deze vogels kunnen het zowel onderling als met andere volièrebewoners prima vinden. U houdt deze sociale vogels niet als eenling, maar bij voorkeur als koppel of in een klein groepje.
GESCHIKTE BEHUIZING
Bruinruggoudmussen kunnen zowel in een buiten als kamervolière gehouden worden, maar u kunt ook een koppel tijdelijk in een ruime broedkooi onderbrengen. De dieren hebben behoefte aan beschutting in de vorm van struikjes of takjes. In een ‘kale’ kooi of volière voelen ze zich zelden op hun gemak. De buitenvolière is bij voorkeur overkapt en is op een beschutte plaats gesitueerd, waar het niet kan inregenen.
OMGEVINGSTEMPERATUUR
Deze vogels kunnen doorgaans prima in een buitenvoliëre gehouden worden. Wanneer ze de beschikking hebben over een goed geïsoleerd en vorstvrij nachthok is verwarming in de winter doorgaans niet nodig.
VOEDSEL
Een zaadmengsel voor tropische vogels, wat groenvoer met name halfrijpe graszaden en universeel en insectenpaté, in de kweektijd aangevuld met levende insecten en eivoer, vormen een prima menu voor deze vogels. Grit en maagkiezel horen altijd in voldoende mate aanwezig te zijn.
ACTIVITEITEN
Bruinruggoudmussen zijn beweeglijke en vrij schuwe vogels. Vooral in kale ruimten en kleine kooien kunnen ze behoorlijk schrikachtig zijn. De mannetjes van deze soort zingen.
KWEEK
Bruinruggoudmussen nestelen in een klein formaat nestkastje, bijvoorbeeld een traliekastje, een gesloten of een halfopen broedblokje. Het vrouwtje legt gemiddeld 3 tot 4 eitjes die groen van kleur zijn met zwarte stipjes. Ze worden in ongeveer 11 tot 13 dagen door het vrouwtje uitgebroed. De jongen worden in hoofdzaak gevoerd met diverse insecten in verschillende stadia, zoals geknipte meelwormen en buffalowormpjes, maar ook wel met universeel en eivoer. Wanneer ze ongeveer twee weken oud zijn, vliegen de jongen uit. Ze worden dan nog een week of twee door de ouders begeleid en gevoerd. Een kweekstel in goede conditie kan meerdere broedsels per seizoen grootbrengen.
Laatste update: Ma 01-04-2024. 17.45uur