| A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | l | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z |
GOULDSAMADINE (Chloebia gouldiae) (Gould, 1844)
VERSPREIDING
Noord Australië.
GROOTTE
Ongeveer 13 tot 14 centimeter.
GESLACHTSONDERSCHEID
De vrouwtjes zijn herkenbaar aan hun doffere verenkleed en tijdens het broedseizoen heeft hun snavel een donkergrijze kleur. Soms ontbreekt bij de vrouwtjes de blauwe band aan de achterzijde van de kop of is deze band zwakker van kleur.
SOCIALE EIGENSCHAPPEN
Gouldsamadinen zijn sociale en vreedzame vogels die graag elkaars gezelschap opzoeken. In de natuur leven ze in grote groepen bij elkaar. De mannetjes vechten niet onderling en zelfs tijdens de broedperiode leeft een groep vreedzaam samen. Deze vogels houdt u bij voorkeur in een groepje in plaats van een koppel of zelfs eenling. Wanneer u met deze vogeltjes wilt kweken, kunt u beter wat meer mannetjes dan vrouwtjes houden, zodat het vrouwtje haar partnerkeuze kan bepalen.
GESCHIKTE BEHUIZING
Gouldsamadinen komen het beste tot hun recht in een kamer of buitenvolière. Ze kunnen desondanks wel in (broed)kooien gehouden worden, maar doordat een beperkte ruimte ze niet stimuleert tot bewegen, zijn verstopping en vervetting het gevolg. Deze Australische prachtvinken zijn echte zonaanbidders. Bij de plaatsing van een (kamer)volière moet hiermee rekening gehouden worden. Beplanting wordt op prijs gesteld, maar is niet strikt nodig.
OMGEVINGSTEMPERATUUR
Deze vogels hadden, en hebben soms nog, de naam zeer warmtebehoeftig te zijn en werden (en worden) daarom veel in continu kunstmatig verwarmde ruimten gehouden. Inmiddels zijn veel van deze dieren gewend geraakt aan het gematigde klimaat. Veel liefhebbers houden deze vogels tegenwoordig dan ook in een buitenvolière, waar ze zich tijdens de wintermaanden in een goed geïsoleerd nachthok kunnen terugtrekken. Zoekt u gouldsamadinen voor de buitenvolière, dan spreekt het voor zich dat u vogels aanschaft bij een kweker die zijn dieren in een buitenvolière huis- vest en kweekt. Een omgevingstemperatuur van.15 tot 25 graden Celsius geldt voor deze vogels als ideaal.
VOEDSEL
Gouldsamadinen eten een zaadmengsel voor tropische vogels, waarin onder meer verschillende milletsoorten verwerkt zijn. Ook kleine insecten worden op zijn tijd graag en goed opgenomen. U kunt ze zo nu en dan kleine beetjes eivoer verstrekken. Daarnaast lusten ze graag eens wat onkruidzaad en verse onkruiden (vogelmuur) en trosgierst. Maagkiezel en grit horen altijd aanwezig te zijn,zodat de vogels ervan kunnen opnemen als daar behoefte toe is.
ACTIVITEITEN
Gouldsamadinen zijn vrij rustige vogeltjes en kunnen redelijk vertrouwelijk met hun verzorger worden als ze rustig worden benaderd.
KWEEK
Deze vogeltjes hebben steeds de naam gehad slechte broeders te zijn, onder meer omdat de popjes hun legsel vroegtijdig in de steek lieten. Omdat veel kwekers toch graag nageslacht van hun vogels hadden, werden Japanse meeuwtjes ingezet voor het uitbroeden van de eieren en het grootbrengen van de jongen. Dit geeft doorgaans uitstekende resultaten, maar desondanks is het beter als de dieren dit zelf doen. Gouldsamadinen die door hun eigen ouders en niet door pleegouders zijn grootgebracht, worden ‘natuurbroed’ genoemd. Voor een succesvolle natuurbroed is het belangrijk dat de vrouwtjes een vrije partnerkeuze hebben. Wordt de partnerkeuze namelijk aan het vrouwtje overgelaten, dan zal ze eerder haar legsel en jongen goed verzorgen. Een nestje wordt in een half gesloten nestkastje gebouwd met verschillende materialen. Geschikt hiervoor zijn onder meer uitgekookt en kortgeknipt henneptouw, maar ook mos, hooi, sisal en kokosvezel. Er worden 4 tot 8 eitjes gelegd die na ongeveer 14 dagen uitkomen. De jongen vliegen na ruim drie weken uit, maar kunnen probleemloos zes tot acht weken bij de ouderdieren verblijven. Onder optimale omstandigheden hebben de dieren na ongeveer drie tot vier maanden hun uiteindelijke kleur, maar vaak duurt dit langer. Een goed kweekkoppel kan erg aan elkaar gehecht raken en het is dan ook beter ze nooit van elkaar te scheiden.
MUTATIES
Er zijn inmiddels verschillende varianten gekweekt, waarvan de dieren met witte of lilakleurige borst het bekendst zijn. Minder bekendheid genieten de licht tot zeer licht pastelkleurige gouldsamadinen, de kleurslag bruin, de overwegend gele of blauwe en de effen witte exemplaren.
BIJZONDERHEDEN
Er zijn verschillende kleuren gouldsamadinen die geen kweekvormen zijn, maar die we ook in de vrije natuur tegenkomen. De roodkop is in liefhebberskringen de bekendste, maar in hun vindgebieden zijn de dieren met zwartgekleurde kopjes veel groter in aantal. Minder veel voorkomend in de natuur is de gouldsamadine met een oranjegekleurde kop.
Gouldsamadines moeten geringd worden met 2.9mm
Laatste update: Ma 01-04-2024. 17.45uur