| A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | l | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z |
HALSBANDPARKIET (Psittacula krameri) (Scopoli, 1769)
VERSPREIDING
Noord en Centraal Afrika, India, Birma en het zuiden van China.
GROOTTE
Ongeveer 40 tot 41 centimeter.
GESLACHTSONDERSCHEID
Het verschil tussen beide geslachten is te zien aan de halsband van de man. Bij de vrouwtjes is deze afwezig. Het kan echter twee jaar duren voordat de halsband zich aftekent en voor die tijd lijken alle jonge vogels dus op vrouwtjes.
SOCIALE EIGENSCHAPPEN
Halsbandparkieten kunnen het beste per paartje in een vlucht worden gehuisvest. Een halsbandparkiet die als heel jonge vogel bij mensen in huis wordt opgenomen en goed wordt verzorgd, wordt uiterst tam en aanhankelijk en kan zelfs zij het niet zo goed leren praten.
GESCHIKTE BEHUIZING
In een ruime buitenvolière met een tocht en vorstvrij nachthok voelen deze kleurrijke vogels zich het beste thuis. Het gaas moet stevig zijn, omdat te slap of dun gaas gemakkelijk kapot geknaagd wordt. Beplanting heeft om die reden geen zin.
OMGEVINGSTEMPERATUUR
Halsbandparkieten zijn sterke vogels, maar tegen vorst en guur weer zijn ze niet goed bestand. Een vorst en tochtvrij nachthok is dan ook een vereiste om deze vogels gezond te houden.
VOEDSEL
U kunt deze vogels een zaadmengsel voor grote parkieten geven, dat u aanvult met porties groente en fruit en kleine beetjes eivoer. Ze knagen graag en om ze in hun knaagbehoefte tegemoet te komen, kunt u ze regelmatig verse wilgentakjes verstrekken.
ACTIVITEITEN
Deze vogels zitten graag hoog en droog. Ze zijn weinig op de grond te vinden. Hun knaaglust is groot. Zo ‘restylen’ ze hun nestkast graag, maar doen dit ook met hun zitstokken, die u wellicht wat vaker door nieuwe exemplaren moet vervangen. De nacht brengen ze bij voorkeur in een broedblok door, ook buiten de kweekperiode. Wanneer ze gestoord worden of wanneer ze iets zien of horen wat buiten de normale routine valt, zijn ze erg luidruchtig. Het zijn dan ook geen vogels voor mensen die in een drukbevolkte wijk wonen.
KWEEK
Wilt u met een paartje halsbandparkieten kweken, dan is het belangrijk dat u het paar overbrengt naar een aparte volière waar het zo min mogelijk gestoord wordt. Verstoring, van welke aard dan ook, brengt veel van deze dieren van slag. Wanneer ze voldoende rust hebben, zijn deze vogels uitstekende ouders die hun jongen prima grootbrengen. U kunt vogels die jonger zijn dan twee en half tot drie jaar nog beter niet voor nageslacht laten zorgen. De kans op succes is groter als u wacht tot de dieren minstens drie jaar oud zijn. Een broedblok, dat u op ongeveer anderhalve meter hoogte op een beschutte plaats (bijv. het nachtverblijf) ophangt, moet van stevig hout zijn. Geschikte afmetingen zijn een bodemoppervlak van 25 bij 25 centimeter, een hoogte van minimaal 60 centimeter en een invlieggat van ongeveer 7 centimeter. Gemiddeld leggen de dieren 3 tot 6 eitjes, die soms uitsluitend door het vrouwtje, soms door beide ouders worden uitgebroed. De eitjes komen na ongeveer 22 tot 24 dagen uit. De jongen worden door beide ouderdieren gevoerd en na ongeveer acht weken vliegen ze uit. Ook wanneer er na een poosje sprake is van een tweede legsel, en dat komt wel eens voor, hoeft u de jongen van het eerste broedsel niet uit te vangen.
MUTATIES
Er zijn verschillende zeer aantrekkelijke kleurmutaties van deze vogel bekend, die vrijwel allemaal op grote schaal gefokt worden. De oorspronkelijke wildkleur is groen. Daaruit zijn in de loop van de tijd verschillende mutaties ontstaan, zoals de gele, effen witte (zonder band), blauwe, pasteiblauwe, isabelblauwe, grijze, isabelgrijze, isabelgroene, grijsgroene, goudolijven en crème-ino’s. Vooral de gele en blauwe mutaties zijn populair.
BIJZONDERHEDEN
De halsbandparkieten uit Azië hebben een rode snavel, terwijl halsbandparkieten uit Afrika een zwarte snavel hebben.
Laatste update: Ma 01-04-2024. 17.45uur