| A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | l | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z |
INDISCHE BRILVOGEL, GANGESBRILVOGEL (Zosterops palpebrosa) (Temminck, 1824)
VERSPREIDING
India en Sri Lanka.
GROOTTE
Ongeveer 10 centimeter.
GESLACHTSONDERSCHEID
De geslachten zijn op het oog vrijwel niet van elkaar te onderscheiden. Vaak zijn de vrouwtjes echter wat matter met name op de buik dan de mannetjes. Alleen de zang van de man kan voor de volle 100 procent zekerheid geven.
SOCIALE EIGENSCHAPPEN
De Indische brilvogel leeft in de natuur in groepen. Tijdens de voortplantingsperiode trekken de gevormde paartjes zich terug van de rest. Ook in de volière blijken het mits ze als koppel gehouden worden heel verdraagzame en vredelievende vogeltjes die andere vogels met rust laten. Het wordt echter wel aanbevolen om niet meer dan één paartje per kooi of verblijf te huisvesten.
GESCHIKTE BEHUIZING
U kunt deze vogels in de zomermaanden in een goed beplante (vlinderstruiken, bessenstruiken) buitenvolière houden. Een blijvende huisvesting voor alle jaargetijden vormt een beplante kamervolière of een ruime kooi.
OMGEVINGSTEMPERATUUR
Voor in buitenvolières levende brilvogels is een matige verwarming van het nachthok in de wintermaanden geboden.
VOEDSEL
U geeft deze vogels als basis universeelvoer, aangevuld met wat insectenpaté. Levende insecten zijn met name tijdens de gehele kweekperiode van belang. Denk hierbij bij voorbeeld aan meelwormen, pinkymaden, buffalowormen, fruitvliegjes en bladluis. Ook vruchten, nectar en honing worden door deze populaire brilvogeltjes graag gegeten.
ACTIVITEITEN
Indische brilvogels zijn beweeglijke, bezige vogels, soms zelfs ronduit brutaal. Ze worden dan ook gemakkelijk vertrouwelijk met hun verzorger en kunnen bij een rustige benadering zelfs uitgesproken tam worden. De melodieuze zang van de mannetjes wordt door veel liefhebbers erg gewaardeerd. Tijdens warme dagen stellen de dieren een lauwwarm waterbadje erg op prijs. Vogels die altijd binnenshuis verblijven, moeten dagelijks in de gelegenheid gesteld worden een bad te nemen. Op de bodem van de volière of kooi komt u ze zelden tegen.
KWEEK
Er wordt een klein, komvormig nest gemaakt in een dichte struik of, als de dieren binnenshuis gehouden worden, in een rondom met groen aangekleed nestkorfje. Voor de nest- bouw worden allerlei materialen gebruikt, zoals grashalmen, kokosvezel en mossen. De binnenzijde van het nest wordt bij voorkeur bekleed met zacht dierenhaar. Het vrouwtje legt 2 tot 4 lichtblauwgroene eitjes met spikkeltjes. Deze worden gedurende 11 tot 12 dagen afwisselend door beide ouders bebroed. De jongen krijgen vrijwel uitsluitend levend voer te eten en hieraan mag het ze dan ook absoluut niet ontbreken. Zorg ervoor dat het insecenmenu zo afwisselend mogelijk is. Na 10 tot 14 dagen vliegen de jongen uit. Ze kunnen dan nog niet voor zichzelf zorgen, maar worden nog minstens twee weken door beide ouders begeleid en gevoerd. Zijn de jongen eenmaal zelfstandig, dan worden ze doorgaans door het mannetje verjaagd en moeten ze snel uitgevangen worden.
Laatste update: Ma 01-04-2024. 17.45uur