| A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | l | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z |
JAPANSE NACHTEGAAL (Leiothrix lutea) (Scopoli, 1786)
VERSPREIDING
Zuidoost Azië.
GROOTTE
Ongeveer 15 centimeter.
GESLACHTSONDERSCHEID
De vrouwtjes van deze vogelsoort zijn vaak wat matter van kleur. De zang is echter betrouwbaarder om de vogels te seksen; alleen de mannen zingen, de vrouwtjes roepen.
SOCIALE EIGENSCHAPPEN
Ten opzichte van elkaar en andere vogels hoeft u met deze dieren buiten het kweekseizoen geen problemen te verwachten. Hebben andere (kleinere) vogels eitjes en jongen, dan zijn ze nog wel eens geneigd om die op te eten, maar dit is niet altijd het geval. Japansenachtegaalmannetjes worden voor hun zang vaak als eenling in een kooi gehouden, maar daarmee wordt deze sociale vogel veelal tekort gedaan. U houdt ze daarom beter als koppel of in een klein groepje.
GESCHIKTE BEHUIZING
Japanse nachtegalen houden van wat beschutting. U kunt ze in een beplante buiten- of kamervolière houden, maar ook als huiskamervogels in een ruime kooi doen ze het goed. De kooi moet beplant zijn of aan verschillende zijden afgeschermd zijn. Een kooi met rondom spijlen is minder geschikt, omdat ze zich hier niet veilig in voelen. Deze vogels vliegen graag en klimmen niet; de kooi heeft daarom bij voorkeur een langwerpige vorm.
OMGEVINGSTEMPERATUUR
Japanse nachtegalen zijn vrij geharde vogels die ook ‘s winters in een buitenvolière gehouden kunnen worden. Een goed geïsoleerd nachthok is wel een vereiste.
VOEDSEL
U kunt deze populaire zangvogels als basisvoer een universeelmengsel geven, aangevuld met wat insectenpaté. Daarnaast hebben de dieren regelmatig behoefte aan levend voer, zoals meelwormen. Ook eten ze zo nu en dan graag kleine beetjes zachte vruchten.
ACTIVITEITEN
De Japanse nachtegaal is een erg actieve vogel die zich razendsnel door de volière beweegt. Hij houdt zich vooral op in de buurt van groene beschutting, in de lagergelegen regionen van de volière. De mannen hebben een mooie zang. Japanse nachtegalen nemen erg graag een bad en hiertoe moet ze dan ook de mogelijkheid worden geboden. Hoewel deze vlugge vogeltjes een schuwe of schrikachtige indruk kunnen maken, zijn ze dit doorgaans niet; met enig geduld kunnen ze erg vertrouwelijk worden en zelfs aangeboden voedsel uit de hand leren eten.
KWEEK
Het nestje wordt meestal gemaakt in een dichte struik (conifeer), waarin u vooraf een nestkorfje hebt bevestigd. Sommige nemen ook wel genoegen met een traliekastje. Het nest wordt gemaakt van natuurlijke vezels, grassen en plantenwortels en het wordt van binnen afgewerkt met kokosvezels. Er worden gemiddeld 3 tot 4 eitjes gelegd. Deze zijn licht groen- blauw met bruinachtige vlekjes. Het vrouwtje broedt de eitjes in ongeveer 12 dagen uit en ze neemt ook het voeren van de jongen op zich. De jongen hebben erg veel behoefte aan klein levend voer; gedroogde of ingevroren insecten worden zelden of nooit geaccepteerd. Het aanbod aan insecten moet vooral afwisselend zijn. Geschikte voedingsstoffen zijn onder meer pinkymaden, buffalowormen, spinnetjes, torretjes en in stukjes geknipte meelwormen. Bij een tekort aan levende insecten of een te eenzijdige voeding overleven de jongen niet. De jonge Japanse nachtegaaltjes vliegen uit als ze een leeftijd hebben van ongeveer 14 dagen. 4e worden dan nog een week of drie, in afnemende mate, door de ouders begeleid en gevoed. Ze hebben dan nog niet hun volwassen kleur, die is pas voltooid als de dieren ruim drie maanden oud zijn. De mannetjes kunnen vaak al wel zingen als ze twee maanden oud zijn. De zelfstandig geworden jongen kunnen bij voldoende ruimte en beschutting bij de ouderdieren blijven, maar in andere gevallen is het beter om ze over te plaatsen naar een andere kooi of volière. Een kweekstel in goede conditie kan meerdere legsels per seizoen grootbrengen.
MUTATIES
Er is ook een opgebleekte vorm van de Japanse nachtegaal, al komt deze nog weinig voor.