| A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | l | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z |
JAPANSE PESTVOGEL of Siberische pestvogel (Bombycilla japonica) (Siebold, 1824)
De Pestvogel kent de drie volgende ondersoorten:
Pestvogel (gewone) | - | (Bombycilla Garrules) (Swainson, 1831) |
Ceder pestvogel | - | (Bombycilla cedrorum) (Vieillot, 1808) |
Japanse pestvogel | - | (Bombycilla japonica) (Siebold, 1824) |
VERSPREIDING
Deze vogel broedt in de Oost-Siberische taiga in naaldwouden. De broedtijd is betrekkelijk laat (juni - juli). De vogels overwinteren iets zuidelijker in Japan en Korea en verblijven dan in loofbossen en ook in parken en grote tuinen
GROOTTE
Ongeveer 18 centimeter groot met vleugels die tot 35 centimeter breed kunnen worden.
GEWICHT
45 - 70 gram
GESLACHTSONDERSCHEID
UITERLIJK
De Japanse pestvogel heeft geen wit in de vleugels, de onderstaartveren zijn rood i.pl.v. bruin, de staartuiteinden zijn eveneens rood. De bijzondere kleurenpartijen aan de vleugels zijn meer druppelvormig. De onderbuik is geel. De Japanse of ook wel eens genaamd Siberische pestvogel komt uit de taigabossen van Siberië en overwintert in China, Korea en Japan
SOCIALE EIGENSCHAPPEN
Pestvogels zijn vreedzame, sociale vogels. Ook ten opzichte van kleinere vogels zijn ze vredelievend. Maar om optimaal kweekresultaat te hebben kunnen de vogels het beste een volière voor zich alleen hebben. Nestmandjes en ook grotere nestkastjes hebben bewezen, dat de vogels hier graag gebruik van maken. Nestmateriaal moeten we niet op de grond aanbieden, daar ze daar zelden komen, doch in de bomen of struiken tussen de takken hangen. Witte sharpie is ook een geliefd nestmateriaal gebleken. Bij een juiste verzorging kunnen Pestvogels in gevangenschap wel een leeftijd van 14 bereiken.
GESCHIKTE BEHUIZING
De Pestvogel wordt helaas niet al te vaak gekweekt. Ze moeten gehuisvest worden in ruime volières, omdat de Pestvogel veel beweging nodig heeft, daar hij anders gauw gaat vervetten. Lang direct zonlicht moeten we vermijden, de vogels komen immers uit het hoge noorden. De volière moet niet te dicht beplant zijn. De vogels hebben ruimte nodig om te vliegen. De Pestvogels blijven het gehele jaar in de buitenvolière. Wel moet er voldoende gelegenheid zijn om te schuilen tegen extreem slecht weer. Onder de zitstokken moet regelmatig de ontlasting verwijderd worden, omdat deze door het vele vruchtgebruik nogal onaangenaam kan ruiken. Kattebakstrooisel of zaagmeel kan uitkomst bieden. De vogels baden zeer graag, en doen dit ook in de winter.
OMGEVINGSTEMPERATUUR
Het is niet aan te raden deze vogels in kooien te houden, in een kooi worden zij spoedig vet. Beter is een ruime volière voor de vogels in te richten, deze vogels zijn winterhard, een windvrije schuilplaats is altijd aan te bevelen, maar een lekker verwarmd binnenverblijf is voor deze vogels niet nodig. Pestvogels vallen niet onder de "tropische vogels"
VOEDSEL
In de zomer eten Pestvogels voornamelijk insecten, maar in de herfst en winter bestaat het menu voornamelijk uit bessen. In het geval van de gewone pestvogel betreft dit in het bijzonder de lijsterbes.
In gevangenschap kunnen we het volgende voedsel aan de pestvogel verstrekken:
- Goed insectenvoer, aangevuld met levende insecten zoals muggen, larven, meelwormen, maden e.d.
- Universeelvoer
- Krenten en rozijnen
- Fruit (appel, peer, druiven, banaan e.d.)
- Bessen (bessen van lijsterbes, meidoorn, vuurdoorn, cotoneaster, rozebottels e.a.)
- Groenvoer (sla, andijvie, witlof, vogelmuur e.d.).
De opfok van jonge vogels zal alleen succesvol zijn als de vogels in voldoende mate kunnen beschikken over levend voer. Pestvogels blijken verder graag te baden. Een ruime badplaats is dan ook een vereiste.
Het spreekt voor zich dat de vogels elke dag over schoon drinkwater moeten kunnen beschikken.
KWEEK
Pestvogels bouwen komvormige nesten in bomen. De hoogte waarop deze nesten worden gebouwd varieert van 1 tot 6 meter. Als nestmateriaal gebruikt de pestvogel veelal grote hoeveelheden twijgen. Het nest wordt bekleed met mos en vezels, waaraan verder nog gras en veren zijn toegevoegd. Het nest wordt door beide partners vervaardigd. Een legsel bestaat meestal uit 3 tot 6 eitjes. De eitjes zijn grijsachtig-blauw van kleur en hebben een diepzwarte tekening.De eitjes worden ongeveer 14 dagen door het popje bebroed. Tijdens die periode wordt ze door het mannetje op het nest gevoerd. De jongen worden vrijwel naakt geboren en worden door beide oudervogels grootgebracht. Vooral in het begin bestaat het voedsel van de jongen voornamelijk uit insecten (eiwitrijk!). Als de jonge vogels ongeveer twee weken oud zijn verlaten ze het nest en worden daarna nog enige tijd door beide ouders gevoerd.
BIJZONDERHEDEN
De Japanse pestvogelmoet geringd worden met ringmaat: 3.5 - 3.8mm.