| A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | l | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z |
LOODBEKJE (Euodice malabarica)
VERSPREIDING
Zuidoost Azië (onder meer India).
GROOTTE
Ongeveer 11 centimeter.
GESLACHTSONDERSCHEID
Het verschil tussen beide geslachten is eigenlijk niet aan de vogels te zien. Het enige wat uitsluitsel kan geven, is de zang van het mannetje.
SOCIALE EIGENSCHAPPEN
Loodbekjes zijn heel sociale en verdraagzame vogeltjes en vormen zeer geschikte bewoners voor een volière van gemengde samenstelling. Zowel onderling als met andere vogelsoorten geven ze zelden problemen. Houd bij voorkeur meerdere koppels samen.
GESCHIKTE BEHUIZING
Loodbekjes hebben een groot aanpassingsvermogen en kunnen zowel in een buitenen kamervolière als in een (kweek)kooi gehouden worden. Begroeiing wordt wel op prijs gesteld, maar is niet noodzakelijk.
OMGEVINGSTEMPERATUUR
Loodbekjes zijn Vrij sterke en geharde vogeltjes die, mits ze de beschikking hebben over een nachthok, onder normale winterse omstandigheden geen extra zorg vereisen. Bij erg gure kou is soms wat extra verwarming nodig.
VOEDSEL
U geeft loodbekjes als basisvoer een goed zaadmengsel voor kleine tropische vogels. Daarnaast lusten de dieren graag wat groenvoer (onkruid, groente) en onkruidzaad. Ook van trosgierst wordt graag gesnoept. Tijdens de kweekperiode geeft u ze naast de dagelijkse voeding ook wat gekiemde, halfrijpe zaden en eivoer. Zoals alle zaadeters moet deze vogel kunnen beschikken over maagkiezel.
ACTIVITEITEN
Loodbekjes zijn levendig en bewegen zich in alle lagen van de volière. Ze nemen graag een (water)bad. Wanneer ze steeds rustig worden benaderd, worden ze snel vertrouwelijk met hun verzorger. De zachte zang laten de mannetjes duidelijk horen als er vrouwtjes in de buurt zijn.
KWEEK
Loodbekjes bouwen een kogelrond nest van grashalmen, uitgeplozen sisal, hooi en kokosvezel. Sommige vogels bouwen het nest in een beschutte struik, maar verreweg de meeste loodbekjes nemen hun intrek in een klein nestkastje. Er worden 4 tot 5 eitjes gelegd, die in hoofdzaak door het mannetje worden uitgebroed. ‘s Nachts broeden beide ouders. Na 12 dagen komen de jongen uit het ei. Ze worden gevoerd met allerlei zaden en eivoer, en zijn na ongeveer drie weken zo ver dat ze uit- vliegen. Omdat de jonge dieren nog niet goed voor zichzelf kunnen zorgen, voeren en begeleiden beide ouderdieren hun kroost nog een poosje. Krap twee weken na het uitvliegen neemt de ouderzorg af en zijn de jongen redelijk zelfstandig. Ze hebben dan nog niet dezelfde kleur als hun ouders, want die laat nog ruim twee tot drie maanden op zich wachten. De jongen kunnen, als er tenminste voldoende ruimte is, probleemloos bij de ouderdieren gelaten worden. Die zijn dan al vaak weer in beslag genomen door een volgend broedsel. Als de ouderdieren in goede conditie zijn, kunnen ze meerdere broedsels per seizoen grootbrengen.
BIJZONDERHEDEN
Het zilverbekje en het loodbekje lijken sterk op elkaar. De verschillen zijn dat de bovensnavel van loodbekjes donkerder (loodkleurig) is en de stuit bij loodbekjes wit is, terwijl zilverbekjes een zwarte stuit hebben.
Laatste update: Ma 01-04-2024. 17.45uur