| A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | l | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z |
ROODKOPPAPEGAAIAMADINE (Erythrura psittacea)
VERSPREIDING
Australië, Carolina eilanden, Molukken en delen van Nieuw Guinea.
GROOTTE
Ongeveer 12 tot 13 centimeter.
GESLACHTSONDERSCHEID
De vrouwtjes zijn wat bleker van kleur en hebben geen rode veertjes onder de staart (aarsveertjes’). Soms is hun masker wat kleiner dan dat van de mannetjes.
SOCIALE EIGENSCHAPPEN
De dieren zijn doorgaans vreedzaam en veroorzaken geen moeilijkheden in een volière van gemengde samenstelling. Bij voldoende ruimte kunt u meerdere koppels samen houden.
GESCHIKTE BEHUIZING
Een goed beplante buitenvolière met een nachthok of eventueel een ruime kamervolière die eveneens wat beschutting biedt, vormt een prima behuizing voor deze kleurrijke prachtvinken. U kunt ze wel tijdelijk in een kooi houden, maar de dieren boeten beslist aan levensvreugde en conditie wanneer ze te lang op deze wijze gehuisvest worden.
OMGEVINGSTEMPERATUUR
Roodkoppapegaaiamadinen zijn warmtebehoeftige vogels die slecht tegen vrieskou en guur weer kunnen. Bij voorkeur staat hun verblijf op een zonnige plaats, zodat ze optimaal van de zonnestralen kunnen profiteren. In de winter kunt u het nachthok het beste verwarmen.
VOEDSEL
Deze tropische vogels zijn voornamelijk zaadeters. Verstrek ze een zaadmengsel voor kleine tropische vogeltjes en geef ze zo nu en dan trosgierst, gekiemde zaden, halfrijpe zaden en groenvoer. Vooral tijdens de kweektijd hebben de dieren behoefte aan dierlijke eiwitten in de vorm van kleine insecten zoals buffalowormpjes. Grit en scherpe maagkiezel horen altijd aanwezig te zijn, zodat de vogels er naar behoefte van kunnen opnemen.
ACTIVITEITEN
Roodkoppapegaaiamadinen vervetten snel als de omgeving ze niet tot actie beweegt. Dat is vooral het geval in een (broed)kooi en in mindere mate in een kleine kamervolière. Zorg voor voldoende ruime en afwisseling en plaats de zitstokken zodanig dat de vogels moeite moeten doen om van de ene op de andere stok te kunnen komen. Ze nemen graag een bad. Een geglazuurde aardewerken schaal is een ideale ‘badkuip’, maar haal deze na een aantal uren weg zodat de vogels niet drinken van het inmiddels vervuilde water. Wanneer de huisvestingsomstandigheden niets te wensen overlaten, is deze soort verre van schuw.
KWEEK
In een buitenvolière komen de dieren al snel tot kweken, al heeft dit ook een nadeel. De jongen zijn namelijk erg warmtebehoeftig en kunnen buitenshuis onderkoeld raken op koudere dagen. Roodkoppapegaaiamadinen nestelen bij voorkeur in een klein nestkastje, maar bouwen soms ook een vrijstaand nest in een dichte struik. U hangt het nestkastje hij voorkeur in het groen op of op een zo beschut mogelijke plaats. Als nestmateriaal komen onder meer kokosvezels, grashalmen en plantenworteltjes in aanmerking. Het nest wordt bekleed met zacht materiaal, zoals donsveertjes en dierenhaar. U kunt ongeveer 3 tot 6 eitjes verwachten, die na 13 tot 14 dagen broeden uitkomen. De jongen moeten meerdere malen per dag dierlijke eiwitten binnenkrijgen, zoals buffalowormpjes en spinnetjes. Ook eivoer en gekiemde zaden worden goed opgenomen. Na ruim drie weken vliegen de jongen uit. Ze worden dan nog krap twee weken door de ouders gevoerd. De jongen kunnen tegen die tijd beter uitgevangen worden, omdat ze meestal verjaagd worden door de man. Een paar dat in een goede kweekconditie is, kan meerdere legsels per jaar grootbrengen.
MUTATIES
Er zijn diverse kleurmutaties bekend, waaronder een zeegroene (met oranje veren waar de wildvorm rode veren heeft) en een bonte, waarvan de hoeveelheid en grootte van de gele bontvlekken kunnen variëren. Bij bonte dieren kan ook de snavelkleur variëren.
BIJZONDERHEDEN
De Roodkoppapegaaiamadine moet geringd worden met 2.7mm
Laatste update: Ma 01-04-2024. 17.45uur