| A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | l | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z |
WITBORSTRIETVINK (Lonchura pectoralis syn)
VERSPREIDING
Westelijk deel van Noord Australië.
GROOTTE
Ongeveer 12 centimeter.
GESLACHTSONDERSCHEID
De mannetjes hebben een intensievere kleur en tekening. Ze zijn ook herkenbaar aan hun (zachte) zang.
SOCIALE EIGENSCHAPPEN
Witborstrietvinken zijn vreedzame, verdraagzame vogeltjes die het uitstekend doen in een gezelschapsvolière. U kunt ze als paartje houden, maar ook een klein groepje behoort tot de mogelijkheden.
GESCHIKTE BEHUIZING
Deze vogels kunnen zowel in een buitenvolière als in een kamervolière op een zonnige standplaats gehouden worden en ook een ruime broedkooi vormt een prima huisvesting. Ze stellen erg veel prijs op beplanting, met name dichte struiken en heesters.
OMGEVINGSTEMPERATUUR
Witborstrietvinken zijn warmtebehoeftige vogels. Tegen de winter kunt u ze het beste verplaatsen naar een verblijf binnenshuis of het nachthok verwarmen.
VOEDSEL
Een zaadmengsel voor kleine tropische vogels, aangevuld met trosgierst, gekiemde zaden en onkruiden (vogelmuur) voldoet uitstekend. Zo nu en dan geeft u deze vogels ook eivoer en kleine levende insecten. Met name in de kweekperiode en als er jongen zijn, is dierlijk eiwit van belang. Grit en scherpe maagkiezel horen altijd in voldoende mate aanwezig te zijn, zodat de vogels er naar behoefte van kunnen opnemen.
ACTIVITEITEN
Witborstrietvinken zijn redelijk actief. Ze houden zich voornamelijk in het groen en op de bodem van de volière op, waar ze een deel van hun voedsel bij elkaar scharrelen.
KWEEK
Deze vogels maken vaak een vrijstaand nest, mits ze hier de mogelijkheden toe hebben. Dichte struiken die op een beschutte plaats staan, zijn hiervoor ideaal. Soms willen ze ook wel een nestkastje betrekken, bij voorkeur een halfopen of traliemodel. Het nest wordt voornamelijk door het vrouwtje gemaakt, van grashalmen, twijgjes en kokosvezel. U kunt gemiddeld 4 tot 5 witte eitjes verwachten, die door zowel het vrouwtje als het mannetje om de beurt worden bebroed. ‘s Nachts neemt het vrouwtje de broedzorg op zich, terwijl het mannetje in de nabije omgeving blijft om pottenkijkers te weren. Na ongeveer 14 dagen broeden komen de jongen uit het ei. Ze worden door beide ouderdieren gevoerd met kleine insecten en hun larven en (gekiemde) zaden. In deze periode moet er voor de jonge dieren beslist afwisselend levend voer aanwezig zijn. Wanneer ze ruim drie tot krap vier weken oud zijn, vliegen de jongen uit. Ze hippen dan vaak op de grond rond en vliegen weinig. ‘s Nachts slapen ze steevast in het ouderlijk nest. Twee weken na het uitvliegen zijn ze als zelfstandig te beschouwen en worden ze ook niet meer door hun ouders begeleid en gevoerd. Vaak zijn de ouders tegen die tijd alweer door een volgend legsel in beslag genomen. De uiteindelijke kleur kan drie maanden, maar soms ook jaar of langer op zich laten wachten.
BIJZONDERHEDEN
De Witborstrietvink moet geringd worden met ringmaat 2,5mm
Laatste update: Ma 01-04-2024. 17.45uur