| A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | l | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z |
WITKOPNON (Lonchura maja)
VERSPREIDING
Indonesië en Maleisië.
GROOTTE
Ongeveer 11 centimeter.
GESLACHTSONDERSCHEID
Het is erg moeilijk om het verschil tussen beide geslachten te zien. Vaak zijn de mannetjes te herkennen doordat hun kop soms wat witter is dan die van de vrouwtjes. Betrouwbaarder is het bestuderen van het gedrag van de vogels: tijdens de balts zingen de mannetjes, maar ze doen dat heel zacht, zodat alleen de trillende keelveertjes en de lichaamshouding uitsluitsel geven.
SOCIALE EIGENSCHAPPEN
Witkopnonnen zijn vanwege hun grote verdraagzaamheid en sociale instelling bij uitstek geschikte vogels voor een volière van gemengde samenstelling. Houd bij voorkeur meer dan slechts één paartje bij elkaar; ook met elkaar kunnen de dieren het uitstekend vinden.
GESCHIKTE BEHUIZING
Deze vogels kunnen zowel in een kamer als in een buitenvolière gehuisvest worden. Daarnaast kunt u ze onderbrengen in een (broed) kooi, maar dit kan slechts tijdelijk, omdat de vogels snel vervetten als ze zich te weinig kunnen bewegen. Begroeiing wordt op prijs gesteld, maar is niet strikt noodzakelijk.
OMGEVINGSTEMPERATUUR
Witkopnonnen zijn geharde vogels die geen extra verwarming tijdens de wintermaanden nodig hebben. Een goed beschut, vorstvrij nachthok is echter wel essentieel.
VOEDSEL
Een zaadmengsel voor tropische vogels kan als basisvoer dienen, dat u aanvult met trosgierst, gras en onkruidzaden, gekiemde zaden, verse onkruiden en rijst. Tijdens de kweekperiode is er een verhoogde behoefte aan eivoer. Maagkiezel en grit horen altijd in voldoende mate aanwezig te zijn, zodat de vogels ze naar behoefte kunnen opnemen.
ACTIVITEITEN
Witkopnonnen zijn levendige vogels, maar soms zijn ze wat schuw en schrikachtig. Ze maken gebruik van alle lagen van de volière.
KWEEK
Als u graag met deze vogels wilt kweken, is het beter een groepje dieren te houden, zodat de partners elkaar kunnen uitkiezen. Ze zijn niet kieskeurig ten aanzien van de nestelplaats; er zijn witkopnonnen die vrijstaande nestjes bouwen in een beschutte struik, maar er zijn er minstens zo veel die liever hun intrek nemen in een gesloten of halfopen nestkastje. Als nestmateriaal komen onder meer grashalmen, hooi en kokosvezel in aanmerking. Er worden 3 tot 5 eitjes gelegd, die uitsluitend door het vrouwtje bebroed worden en na 12 tot 14 dagen uitkomen. De jongen krijgen allerhande zaden te eten en ook eivoer. Geef daarnaast meerdere malen per dag kleine beetjes insecten zoals in kleine stukjes gesneden meelwormen. Op een leeftijd van 21 tot 23 dagen vliegen de jongen uit. Ze kunnen dan nog niet voor zichzelf zorgen en worden in afnemende mate nog een week of twee gevoerd en begeleid. De jongen kunnen zonder meer bij de ouderdieren blijven, ook als deze inmiddels in beslag genomen zijn door een volgend nest. Een paar dat in goede conditie is, kan ongeveer drie legsels per seizoen grootbrengen. De meeste witkopnonnen zijn op een leeftijd van vijf tot zes maanden op kleur.
Laatste update: Ma 01-04-2024. 17.45uur