| A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | l | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z |
ROZE COLLIE, PERZIKKOPAGAPORNIS, PERZIKKOPDWERGPAPEGAAl (Agapornis roseicollis) (Vieillot, 1818)
VERSPREIDING
Zuidwesten van Afrika.
GROOTTE
Ongeveer 16 tot 17 centimeter.
GESLACHTSONDERSCHEID
Bij de agapornis roseicollis is het uiterlijk van de geslachten gelijk.Het voorhoofd is vanaf de snavel tot aan de achterkant van hun ogen rood.Ook de wangen zijn rood van kleur dit is ook terug te vinden in hun masker wat geleidelijk overloopt naar dieproze.Tussen het dieproze en het groen van de nek zit een smalle overgangszone van een hemelsblauwe kleur.Het lichaam is lichtgroen met donkergroene vleugels.De fijne veertjes in de vleugelbocht zijn geel.De grote vleugelpennen zijn grijs,de ondervleugeldekveren zijn groen met een blauwachtig tintje.De grote staartveren hebben vanaf de basis een rood/zwarte dwarstekening.De snavel is hoornkleurig,bruine ogen en de poten zijn grijs met nagels die donkergrijs tot zwart van kleur zijn.
SOCIALE EIGENSCHAPPEN
Deze vogels kunnen het onderling meestal goed vinden. Schermutselingen vinden wel plaats, maar doorgaans hebben ze niet veel om het lijf. Als gezelschap komen andere, weerbare parkietensoorten in aanmerking. Tere en kleinere vogels horen niet in een volière of kooi met deze soort thuis. Ook eenlingen gedijen doorgaans prima, mits ze voldoende aandacht krijgen. U kunt probleemloos twee dieren, ongeacht hun geslacht, bij elkaar in een huiskamerkooi houden. Plaats echter nooit een nieuwe vogel plompverloren bij een eenling in een kooi. Deze wordt vaak als ‘indringer’ beschouwd en ook als zodanig behandeld. U kunt beter beide dieren in een nieuw verblijf onderbrengen of eerst lange tijd aan elkaar laten wennen door de kooien vlak bij elkaar te zetten.
GESCHIKTE BEHUIZING
U kunt deze kleurrijke en interessante agaporniden zowel in een ruime kooi als in een kamer of buitenvolière houden. Het gebruikte materiaal moet beslist stevig genoeg zijn, aangezien de dieren in een mum van tijd door slap gaas heen kunnen knagen. Het maakt voor de vogels niet veel uit of de kooi of volière lang en hoog is. In verband met hun sterke snavels heeft het weinig zin de volière te beplanten.
OMGEVINGSTEMPERATUUR
De agapornis roseicollis is een redelijk sterke vogel die heel goed in de winter buitenshuis gehouden kan worden. Een goed geïsoleerd nachthok is echter wel een vereiste zodat ze in de wintermaanden wel de mogelijkheid hebben om zich terug te trekken mocht het echt gaan vriezen.
VOEDSEL
Als basis heeft de agapornis roseicollis een zaadmengsel voor agaporniden nodig.Natuurlijk kan men ze fruit en groenten geven waar ze goed van eten.Tijdens de broedperiode is het wel belangrijk dat ze de beschikking hebben over insecten, zoals meelwormen,buffalowormpjes,miereneieren,evtueel eiervoer,ook zijn ze dol op onkruidzaden of vers geplukt gras.Een gritmengsel mag nooit op het menu ontbreken.
ACTIVITEITEN
Deze gedrongen en kleurrijke vogeltjes met hun korte staartjes lijken altijd ergens mee in de weer te zijn. Ze zijn levendig en energiek en begeven zich door alle lagen van de volière of kooi. Kooivogels hebben graag wat te doen, zeker als ze als eenling gehouden worden. Hiervoor zijn allerhande speeltjes in de dierenspeciaalzaak te koop, die echter wel stevig genoeg moeten zijn, omdat deze vogels erg sterke snavels hebben. Roze collies zijn vrij luidruchtig en hun roep is indringend. Ze hebben graag een bad. Binnenshuis gehouden vogels moeten iedere dag ofwel kunnen baden, ofwel besproeid worden met een plantenspuit op nevelstand. Roze collies kunnen goed vliegen, maar klauteren ook graag.
KWEEK
Vogels van deze soort mogen niet voor de leeftijd van één jaar voor de kweek worden ingezet. Een geschikt broedblok is gesloten en meet 15 bij 15 centimeter bij een hoogte van ongeveer 25 centimeter. Men kan ook een horizontale blok gebruiken van 18 bij 18 centimeter en een lengte van 40 centimeter.Er wordt een nest gemaakt van verschillende grove materialen zoals takjes en stukjes daarvan. Er worden 4 tot 5 witte eitjes om de dag gelegd die het vrouwtje in 19 tot 23 dagen uitbroedt. Op een leeftijd van ongeveer zes weken vliegen de jongen uit. Ze worden dan nog een poosje begeleid en gevoerd, wat ongeveer nog twee weken duurt, maar eenmaal zelfstandig is de kans groot dat ze niet meer door de ouders geaccepteerd worden. U kunt ze dan ook beter tijdig uitvangen. Meerdere legsels per seizoen behoren bij paren die in goede conditie zijn, eerder tot de regel dan dat ze uitzondering zijn. Om te voorkomen dat de vogels te veel van zichzelf vergen, is het beter om na het tweede legsel de broedgelegenheden weg te halen.
MUTATIES
Er zijn erg veel verschillende mutaties van deze vogelsoort bekend. De mutaties zijn zelfs zo in zwang geraakt dat het moeilijk is om een zuivere wildkleurvogel te bemachtigen. Een van de laatste en tevens zeer kleurrijke en aantrekkelijke kleurmutaties is de oranjekop. Verder zijn er onder meer licht, donker, olijfen (licht en donker) zeegroene vogels, al dan niet gecombineerd met de factor bleekmasker, cinnamon of isabel. Ten slotte kennen we ook (licht)gele vogels met donkere ogen, lutino’s (geel met rode ogen) en bonte dieren.
BIJZONDERHEDEN
De agapornis roseicollisa moet geringd worden met ringmaat 4,5 mm