| A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | l | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z |
BICHENOWASTRILDE (Stizoptera bichenovii) (Vigors en Horsfield, 1827)
VERSPREIDING
Australië.
GROOTTE
Ongeveer 10 centimeter.
GESLACHTSONDERSCHEID
Het uiterlijke verschil tussen beide geslachten is bij deze soort vrij onduidelijk. Vaak hebben de mannetjes echter een wat uitgesprokener, scherper belijnde tekening op de kop. De mannetjes zingen, de vrouwtjes niet.
SOCIALE EIGENSCHAPPEN
Bichenowastrilden zijn onderling erg sociaal. U kunt zowel een paartje als een klein groepje samen houden. Alleen tijdens de kweekperiode duldt het mannetje geen pottenkijkers in de buurt van het nest.
GESCHIKTE BEHUIZING
Deze kleine, opvallend getekende vogeltjes kunnen zowel in een buitenvolière als een kamervolière gehouden worden en tijdens de broedperiode in een broedkooi. Bij voorkeur is de buitenvolière goed beplant met onder meer struiken en heesters.
OMGEVINGSTEMPERATUUR
Bichenowastrilden zijn geen tere vogeltjes, maar ze zijn erg slecht bestand tegen kou en vocht. Een goed geïsoleerd binnenhok is daarom een eerste vereiste wanneer u de vogeltjes buiten houdt. U kunt het nachthok in koudere jaargetijden verwarmen of de vogels binnenshuis laten overwinteren.
VOEDSEL
Een zaadmengsel voor kleine tropische vogels kan als basis gegeven worden, aangevuld met trosgierst, wat gekiemde zaden en kleine beetjes groenvoer. Voor, tijdens en na de kweekperiode hebben de dieren een verhoogde behoefte aan dierlijke eiwitten in de vorm van eivoer en levende insecten. Grit en maagkiezel moeten altijd in voldoende mate aanwezig zijn zodat de dieren er naar behoefte van kunnen opnemen. Net zoals bij alle andere vogels moet er altijd voldoende schoon en vers drinkwater aanwezig zijn.
ACTIVITEITEN
De Bichenowastrilde is een erg beweeglijke, levendige vogel. De mannetjes van deze soort zingen, maar hun zang is niet te vergelijken met die van de kanarie of sommige vinken. Bichenowastrilden maken gebruik van alle lagen van de volière, en zoeken hun voedsel ook veel op de grond. De nachten brengen ze door in een slaapnestje, waarvan er verschillende aanwezig moeten zijn, vooral in het nachthok.
KWEEK
Voor de kweek betrekken de vogels soms een gesloten nestkastje. Dit nestkastje heeft een afmeting van minstens 10 centimeter breed, diep en hoog. Soms bouwen ze een vrijstaand, bolvormig nest in het beschutte groen. Voor de bouw van het nest wordt onder meer gebruikgemaakt van korte stukjes kokosvezel, grashalmen, veertjes en uitgeplozen sisaltouw. Er worden gemiddeld 4 tot 5 eitjes gelegd die gedurende 12 tot 13 dagen door beide ouders afwisselend worden bebroed. De eerste tijd bestaat de voeding voor de jongen voornamelijk uit dierlijk, levend voer, zoals bladluis en fruitvliegjes. Deze moeten dan ook in ruime mate en meerdere malen per dag worden verstrekt. Na ruim drie weken vliegen de jongen uit, maar ze kunnen dan nog niet voor zichzelf zorgen. De ouders blijven ze een aantal weken voeren en de jongen blijven ook de nachten nog doorbrengen in het nest, totdat ze zelfstandig zijn. Een goed broedkoppel kan meerdere broedsels per seizoen grootbrengen. De jongen krijgen na ongeveer drie maanden hun volwassen kleuren.
Laatste update: Ma 01-04-2024. 17.45uur