| A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | l | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z |
GROTE TEXTORWEVER (Ploceus cucullatus) (Müller, 1766)
VERSPREIDING
van Mauritanië, Senegal en Gambia tot zuidelijk Tsjaad en Kameroen en Bioko.
GROOTTE
Ongeveer 17 centimeter.
GESLACHTSONDERSCHEID
Het uiterlijk verschil tussen beide geslachten is duidelijk te zien. De man bij de Grote textorwever is Citroengeel en heef op zijn vleugels donkere veren. Zijn kop is zwart en in zijn nek heeft hij een kastanjebruine band zitten, die vloeiend overloopt naar het gele op zijn rug. De mannen hebben ook een zwarte V-vorm op de rug. De borst van de man is okergeel dat overloopt naar citroengeel. De snavel is zwart en de ogen zijn opvallend oranje/rood. De pop van de Grote textorwever is olijfgroen tot gelig, de buik is wat lichter van kleur. Buiten de broedperiode draagd de man zo goed als het zelfde verenkleed als de pop, alleen bij de man zijn de kleuren wat feller/dieper gekleurd.
SOCIALE EIGENSCHAPPEN
De Grote Texorwever is een zeer temperamentvolle soort die in een gezelschapsvolière gehuisvest kan worden met vogels van ongeveer gelijke grootte. Grote Texorwevers hebben namelijk de drang om zich nog al agressief op te stellen naar kleinere soorten. Zeker tijdens de broedperiode is het mannetje agressief. Daarom is het zeer aan te raden om de man meerdere poppen te geven, hij zal dan meerdere nesten bouwen en kan zich daar op bodvieren.
GESCHIKTE BEHUIZING
Deze vogels kunnen het beste niet in broedkooien of kamervolières gehouden te worden. Beter is een ruime buitenvolière, dit omdat ze soms redelijk agressief zijn en zo de ruimte hebben. Het is wel aan te raden dat er voldoende takken in de volière aanwezig zijn. Deze vogels bouwen namelijk daar hun nesten in en dat doen ze het liefst in naar beneden hangende takken. Om dit te kunnen creëren kan men meidoorntakken gebruiken en deze tegen de onderkant van het dak te bevestigen.
OMGEVINGSTEMPERATUUR
Na een gewenningsperiode zijn deze vogels Vrij gehard en hoeft u het binnenhok tijdens de wintermaanden niet te Verwarmen. Het hok moet wel op een beschutte plaats staan, goed geïsoleerd en vorstvrij zijn.
VOEDSEL
Als basisvoer heeft de Grote textorwever een goed zaadmengsel nodig voor tropische vogels, daarnaast kan men ze ook kiemzaad en eivoer(krachtvoer) toe dienen. Om er voor te zorgen dat deze vogeltje genoeg dierlijke eiwitten binnen krijgen kun je ze insecten (universeelvoer) geven. Je kunt kun ook een mengeling maken van eivoer en universeelvoer, doet dit dan half om half (50% eivoer en 50% universeelvoer). Voor een andere vorm van dierlijke eiwitten moet men denken aan geknipte meelwormen, buffalowormpje, miereneitjes of pinkies. Daarnaast lusten ze graag wat trosgierst, en/of groenvoer en fruit. Bij fruit moet men denken aan vijgen, kiwi, banaan, appel, sinaasappel, enz. De insecten worden graag gegeten, vooral als er jongen zijn. Scherpe maagkiezel en grit horen altijd in voldoende mate aanwezig te zijn, zodat de vogels er naar behoefte van kunnen opnemen. Daarnaast is het noodzakelijk dat de vogels elke dag schoon/vers drink en badwater tot hun beschikking hebben.
ACTIVITEITEN
De Grote textorwever is een redelijke bewegelijke vogel die in alle lage van de volière te zien is.
KWEEK
De beste broedresultaten kunnen behaald worden in een ruime volière die goed begroeid is. Het nest is een prachtwerk van vlechtwerk waar verschillende materialen voor gebruikt kunnen worden. Als nestmateriaal kun je ze hooi, lange grashalmen, mos, veertjes, dierenhaar e.d. in grote hoeveelheden aanbieden. Het nest wat ze bouwen is bolvormig en de ingang zit aan de onderkant. Als het nest eenmaal klaar is zal de pop 3 tot 4 eitjes in het nest leggen. De eitjes kunnen roze, wit tot vaalblauw van kleur zijn. Deze eitjes worden alleen door de pop bebroed. Na zo'n 12 tot 14 dagen gebroed te hebben beginnen de eitjes uit te komen. Als men de jonge wil ringen kan dat als ze 5 tot 7 dagen oud zijn. Kijk voor het ringen liever een dag te vroeg dan een dag te laat. Soms kan een dag te lang gewacht te hebben al te laat zijn en kan men het jonge niet meer ringen. Redelijk wat soorten vogels moeten voorzien zijn van een vaste voetring, in dit geval heb je dan wel een probleem als je een dag te laat bent. Als de jongen zo'n 14 tot 17 dagen oud zijn beginnen ze uit te vliegen en worden dan nog twee weken buiten het nest door beide ouders (bij)gevoerd. Na deze twee weken zijn de jonge zelfstandig. Als de eitjes uit zijn gekomen is het raadzaam om de vogels naast eivoer en zaad levend voer te geven. Met kan dan denken aan fruitvliegjes, spinnetjes, bladluis, miereneieren, buffalowormpjes, geknipte meelwormen of pinkies.
BIJZONDERHEDEN
De Grote textorwever moet geringd worden met ringmaat 3.5mm.
Laatste update: Ma 01-04-2024. 17.45uur