| A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | l | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z |
KLEINE CUBAVINK (Tiaris canora)
VERSPREIDING
Voornamelijk Cuba.
GROOTTE
Ongeveer 9 tot 10 centimeter.
GESLACHTSONDERSCHEID
Het mannetje heeft een zwart masker, bij het vrouwtje is dit bruinachtig van kleur. De gele tekening die het masker omvat, is bij de mannetjes veel prominenter en feller van tint dan hij de vrouwtjes. De mannetjes zingen.
SOCIALE EIGENSCHAPPEN
Cubavinken kunnen het uitstekend vinden met andere vogelsoorten, wat ze tot bijzonder geschikte bewoners van een gezelschapsvolière maakt. Onderling blijken vooral de mannetjes nogal eens aanleiding te vinden tot schermutselingen, wat met name in de kweektijd tot uitdrukking komt. U houdt ze dan ook het beste als paartje of zet de paartjes tegen de broedtijd apart. Als eenling gedijen deze vogels niet.
GESCHIKTE BEHUIZING
U kunt deze Cubavinken zowel in een buiten of kamervolière houden als in een (broed) kooi. Deze volière of kooi moet dan wel beplant zijn of anderszins beschutting bieden.
OMGEVINGSTEMPERATUUR
Kleine Cubavinken zijn vrij sterke vogels die onder normale omstandigheden geen verwarmd nachtverblijf nodig hebben. Het nachthok hoort echter wel vorst en tochtvrij te zijn.
VOEDSEL
Als basisvoer kunt u deze vogels een goed zaadmengsel geven voor tropische vogels, maar ze hebben daarnaast ook behoefte aan kleine beetjes universeelvoer, gekiemde zaden, kleine (levende of gedroogde) insecten en onkruiden. Uiteraard mag een gritmengsel niet ontbreken.
ACTIVITEITEN
Deze levendige vogels bewegen zich door alle lagen van de volière. De mannetjes zingen, maar hun zang is erg zacht.
KWEEK
Afhankelijk van de mogelijkheden bouwen de dieren hun nest in een beschutte struik of in een (halfopen) nestkastje. Het nest wordt door de partners samen gebouwd. Het is doorgaans kogelrond van vorm en bestaat uit materialen zoals uitgeplozen sisaltouw, hooi en donsveertjes. Gemiddeld leggen kleine Cubavinken 2 tot 3 eitjes die licht blauwgroen van kleur zijn met aan de stompe kant donkere stipjes. De eitjes worden door beide partners bebroed en komen na ongeveer 12 tot 13 dagen uit. Ook het voeden van de jongen wordt door beide ouders gedaan. De jongen verlaten het nest op een leeftijd van ongeveer twee tot krap drie weken. Ze worden dan nog minimaal drie weken, in afnemende mate, door de ouders gevoerd en begeleid. Is het vrouwtje dan alweer door een volgend legsel in beslag genomen, dan neemt alleen het mannetje het voeren op zich. Wanneer u merkt dat de jongen zelfstandig zijn, kunnen ze het beste uitgevangen worden, omdat de kans groot is dat ze door het mannetje worden verjaagd. Als de ouders in goede conditie zijn en een afwisselende voeding genieten, is het heel goed mogelijk dat ze in een seizoen twee tot drie legsels grootbrengen.
BIJZONDERHEDEN
De Kleine Cubavink moet geringd worden met 2.3mm.
Laatste update: Ma 01-04-2024. 17.45uur