| A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | l | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z |
LORI VAN DE BLAUWE BERGEN (Trichoglossus moluccanus)
VERSPREIDING
Australië.
GROOTTE
Ongeveer 28 tot 31 centimeter.
GESLACHTSONDERSCHEID
De geslachten zijn op het oog niet van elkaar te onderscheiden. Een endoscopisch of chromosomenonderzoek, uitgevoerd door een gespecialiseerde dierenarts, kan uitsluitsel geven.
SOCIALE EIGENSCHAPPEN
De lori van de blauwe bergen kunt u het beste als paartje houden in een apart verblijf.
GESCHIKTE BEHUIZING
Een ruime buiten of kamervolière vormt een geschikte leefomgeving voor deze kleurrijke lori’s. Vanwege hun zachte ontlasting wordt het afgeraden ze als huisdier in de woonkamer te houden. Een stevige klimboom wordt door deze speelse dieren zeer gewaardeerd, maar beplanting heeft weinig zin. Een flink broedblok hoort bij de standaarduitrusting in een lorivolière; de dieren trekken zich er ‘s nachts graag in terug.
OMGEVINGSTEMPERATUUR
In principe zijn deze kleurrijke vogels vrij sterk en ze doen het dan ook prima in een buitenvolière met een vorstvrij nachthok.
VOEDSEL
Lori’s eten in de vrije natuur uitsluitend nectar, vruchten, bloesem en stuifmeel en ook wel wat zachte insecten. Hun spijsverteringsstelsel is hierop aangepast. Kleine beetjes zaad, en dan met name de zachtere zaadsoorten, worden soms wel opgenomen, maar mogen nooit het hoofdbestanddeel van hun voeding vormen. Er zijn speciale lorimengsels te koop, maar die zijn helaas niet overal te krijgen.
ACTIVITEITEN
De lori van de blauwe bergen is een kleurrijke en interessante vogel. Ze zijn actief en nieuwsgierig en wanneer ze al op jonge leeftijd aan de verzorger gewend zijn, worden ze snel tam. Sommige dieren leren ook wat woordjes spreken. Een nadeel van deze vogels is zonder meer het nogal harde stemgeluid. Ze nemen graag een waterbad en moeten hier geregeld de kans toe krijgen. De dieren klimmen daarnaast erg graag en knagen ook graag op zachte wilgen en fruitbomentakjes.
KWEEK
Wilt u nageslacht van deze soort, dan zorgt u voor een uitgeholde boomstam met een diameter van minstens 30 centimeter en een hoogte van minstens 45 centimeter. Een invlieggat met een diameter van 8 centimeter is toereikend. Een flinke laag vochtige turfmolm kan als onderlaag voor de eitjes dienen. De 1 tot 3 witte eitjes worden door het vrouwtje bebroed. Na ongeveer 23 tot 26 dagen komen ze uit. De jongen worden door beide ouders gevoerd en komen op een leeftijd van 50 tot 60 dagen uit het blok. Ze kunnen dan nog niet voor zichzelf zorgen en worden in afnemende mate door de ouders gevoerd. Ongeveer 30 dagen na het uitvliegen zijn de jongen meestal wel zelfstandig. U kunt ze dan beter uitvangen, omdat veel ouderdieren hun jongen dan niet meer in de buurt accepteren. Is een paar in goede conditie, dan zijn twee legsels per seizoen geen uitzondering.
Laatste update: Ma 01-04-2024. 17.45uur