| A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | l | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z |
SIJS (Carduelis spinus)
VERSPREIDING
Europa, delen van Azië en Noord Afrika.
GROOTTE
Ongeveer 12 centimeter.
GESLACHTSONDERSCHEID
De mannetjes hebben een zwarte bovenkop en zijn over het geheel veel intensiever geelgroen van kleur dan de vrouwtjes. De mannen zijn ook herkenbaar aan hun zang.
SOCIALE EIGENSCHAPPEN
Deze vogelsoort staat bekend om zijn verdraagzaamheid. Ze doen het uitstekend in een volière met gemengde samenstelling en veroorzaken geen problemen. Als medebewoners komen andere Europese vogelsoorten, zoals kneuen, groenlingen en goudvinken in aanmerking. Sijsjes kunnen erg tam worden ten opzichte van hun verzorger en komen al snel voer uit de hand eten.
GESCHIKTE BEHUIZING
Sijzen kunnen zowel in een buitenvolière als in een kamervolière en ruime (broed)kooi gehouden worden. De beste behuizing is echter een goed beplante buitenvolière.
OMGEVINGSTEMPERATUUR
Sijzen kunnen zonder meer in een buitenvolière gehouden worden, mist deze op een beschutte plek staat. Minstens zoveel belang wordt gehecht aan een flinke begroeiing, waartussen de vogels beschutting kunnen zoeken. Groenblijvende coniferen en sparretjes komen hiervoor in aanmerking. Een vorstvrij nachthok is welkom, maar onder normale winterse omstandigheden en bij een luwe ligging van de volière is dat niet noodzakelijk.
VOEDSEL
U geeft sijzen een zaadmengsel voor wildzangvogels en daarnaast wat insectenpaté. Levende insecten mogen echter niet in het menu ontbreken en ook halfrijpe (onkruid) zaden en groenvoer worden graag opgenomen. Maagkiezel en grit behoren altijd in voldoende mate verstrekt te worden, zodat de vogels hiervan naar behoefte kunnen opnemen.
ACTIVITEITEN
Sijzen zijn doorgaans rustige vogels die niet snel opschrikken. De mannen zingen, maar hun zang is doorgaans niet echt melodieus.
KWEEK
Sijzen bouwen hun nest bij voorkeur op een beschutte plaats in het groen. Ze gebruiken hiervoor allerlei nestmateriaal, zoals hooi, grashalmen, stukjes mos en dierenhaar. Er worden 4 tot 5 eitjes gelegd die door het vrouwtje in ongeveer 13 dagen uitgebroed worden. Het voeren van de jongen is een taak die beide ouders op zich nemen. De jongen krijgen vrijwel uitsluitend kleine levende insecten te eten. Zorg ervoor dat deze in ruim voldoende mate en meerdere keren per dag worden aangeboden. Geschikte insecten zijn onder meer spinnetjes, kleine stukjes meelworm, buffalowormpjes, fruitvliegjes en bladluis. De jongen vliegen uit als ze ongeveer 18 dagen oud zijn. Ze kunnen dan nog niet voor zichzelf zorgen en worden nog ruim een week gevoerd en begeleid. De jonge sijsjes lijken nog het meest op een vrouwtje, maar zijn nog iets bleker van kleur.
MUTATIES
Er zijn inmiddels verschillende kleurmutaties opgetreden en vastgelegd, waaronder de pastel, ‘overgoten’, bruin, agaat en isabel.
BIJZONDERHEDEN
De sijs behoort tot de beschermde vogelsoorten. Er gelden strenge wettelijke eisen en restricties ten aanzien van het houden en eventuele overdracht.
Laatste update: Ma 01-04-2024. 17.45uur